De notulen van de gemeenteraad van 21 januari 2025 vind je terug als bijlage.
Het zittingsverslag van deze vergadering werd vervangen door een audio-opname, welke beschikbaar is op de website www.berlaar.be/beleid/verslagen of rechtstreeks via https://channel.royalcast.com/berlaar/#!/archived.
De raad dient dit conform het decreet lokaal bestuur goed te keuren.
De gemeenteraad keurt de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 21 januari 2025 goed.
De burgemeester werd benoemd bij ministerieel besluit van 8 januari 2025 en legde de eed af in handen van de gouverneur op 15 januari 2025.
De raadsleden nemen kennis van de benoeming en eedaflegging van de burgemeester Walter Horemans.
Berg en Nete is een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de vorm van een projectvereniging. De projectvereniging telt 3 gemeenten: Berlaar, Heist-op-den-Berg en Nijlen. De projectvereniging telt 1 deelwerking, met name rond onroerend erfgoed (intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst, kortweg IOED).
De projectvereniging werd op 9 januari 2017 opgericht voor de periode 2017-2019, daarna verlengd voor de periode 2020-2025. De projectvereniging kan opeenvolgende keren opnieuw verlengd worden voor een periode van maximum 6 jaar, indien dit de unanieme wil is van de deelnemende gemeenten. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk. De projectvereniging moet opnieuw worden verlengd door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor de periode tot en met 2026.
Voor de werking van de IOED ontvangt Berg en Nete een werkingssubsidie van de Vlaamse overheid. Die werkingssubsidies worden telkens toegekend voor een periode van 6 jaar. De huidige werkingssubsidies van de Vlaamse overheid loopt tot en met 2026.
Werkingssubsidies om verder intergemeentelijk samen te werken rond onroerend erfgoed voor de periode 2027-2032 moeten begin 2026 worden aangevraagd. Die aanvragen moeten in principe conform de referentieregio’s zijn.
De statuten van de projectvereniging moeten aangepast worden in het kader van de verlenging en in het kader van een opmerking van het Agentschap Binnenlands Bestuur. Het ABB merkte namelijk op dat de jaarrekening samen met het verslag van de accountant en het activiteitenverslag jaarlijks ter goedkeuring (en niet ter kennisgeving) moet voorgelegd worden aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Concreet gaat het om een aanpassing van artikels 5 en 15 van de statuten. De raad van bestuur van Berg en Nete keurde de aangepaste statuten goed op 10 december 2024.
De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd worden door de deelnemende gemeenten. Voor alle leden van de raad van bestuur wordt ook een vaste plaatsvervanger aangeduid.
De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem. Elke gemeenteraad vaardigt één stemgerechtigd lid af naar de raad van bestuur, zijnde een burgemeester, een schepen of een gemeenteraadslid verkozen op een lijst waarvan de verkozenen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen. De voorzitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden. Elk stemgerechtigd lid beschikt over slechts één stem. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan als lid met raadgevende stem. Deze afgevaardigden zijn steeds raadsleden in de deelnemende gemeenten, verkozen op een lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen.
De bestuurders worden benoemd voor de duur van de projectvereniging, maar zijn van rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat of tot het ogenblik van de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.
De lokale besturen betalen jaarlijks een dotatie aan de projectvereniging voor de deelwerkingen waarvoor ze bij de projectvereniging aangesloten zijn. Die dotaties worden als volgt berekend voor onroerend erfgoed (IOED Berg en Nete): 0,20 euro per inwoner + 1.500 forfaitair
De gemeenteraad keurt de verlenging van de projectvereniging Berg en Nete voor de periode tot en met 2026.
De gemeenteraad bevestigt de bestaande engagementen binnen de deelwerking onroerend erfgoed (IOED).
De gemeenteraad keurt de gewijzigde statuten van de projectvereniging goed, zoals opgenomen in bijlage.
De gemeenteraad koos reeds een afvaardiging voor de raad van bestuur van de projectvereniging Berg en Nete in de gemeenteraad van 21 januari 2025:
Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de projectvereniging Berg en Nete.
De gemeenteraad beslist om na 2026 uit te treden uit de projectvereniging Berg en Nete.
De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 7 januari 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Zenne-Dijle die op 24 maart 2025 plaatsheeft in de Brabanthal, Brabantlaan 1 te 3001 Leuven..
De documentatiestukken werden per mail overgemaakt en kunnen ook elektronisch geraadpleegd worden op het Extranet van Fluvius Zenne-Dijle.
De gemeenteraad moet een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging aanduiden uit de leden van de gemeenteraad overeenkomstig artikel 432 van het decreet lokaal bestuur.
Deze vertegenwoordiger(s) worden aangeduid voor de volledig duurtijd van de gemeentelijke legislatuur, nl. tot einde 2030.
De decretale en statutaire onverenigbaarheden, zoals beschreven in het punt 2 van het documentatiedossier dat aan de deelnemende gemeente Berlaar overgemaakt werd. De vertegenwoordigers op de algemene vergadering en deze vertegenwoordigers mogen niet als kandidaat-lid voorgedragen worden voor het regionaal bestuurscomité (RBC) Mechelen of voor de raad van bstuur.
De gemeenteraad duidt ................ (naam, voornaam, mandaat in de gemeenteraad en adres) aan als effectieve vertegenwoordiger voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.
De gemeenteraad duidt ................... (naam, voornaam, mandaat in de gemeenteraad en adres) aan als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de (Buitengewone) Algemene Vergadering voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 7 januari 2025 opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Zenne-Dijle die op 24 maart 2025 plaatsheeft in de Brabanthal, Brabantlaan 1 te 3001 Leuven..
De documentatiestukken werden zowel per mail overgemaakt als elektronisch op het Extranet van Fluvius Zenne-Dijle ter raadpleging gesteld.
Alle huidige mandaten bij Fluvius Zenne-Dijle vervallen onmiddellijk na voornoemde algemene vergadering, overeenkomstig artikel 18 van de statuten. Hierdoor dient Fluvius Zenne-Dijle over te gaan tot algehele vervanging van de bestuursorganen.
De gemeetne is ingedeeld bij een regionaal bestuurscomité (RBC) Mechelen.
Elke gemeente heeft recht om één kandidaat-lid voor te dragen voor het regionaal bestuurscomité (RBC) Mechelen overeenkomstig artikel 17, punt 2.
De deelnemende gemeente hebben het recht om maximaal 15 kandidaat-bestuurders voor te dragen en dat moet dezelfde persoon zijn die wordt voorgedragen als kandidaat-lid voor het RBC Mechelen, overeenkomstig artikel 12 punt 2.
Het moet gaan om 'onafhankelijke bestuurders' in de zin van artikel 1.1.1 §2 74° van het Energiebesluit en er zijn een aantal decretale en statutaire onverenigbaarheden, zoals beschreven in de toelichtingsnota die aan de deelnemende gemeenten overgemaakt werd.
De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene vergadering conform artikel 432, alinea 3.
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle van 24 maart 2025 met als enig agendapunt "Statutaire ontslagnemingen / benoemingen".
De gemeenteraad draagt ............. (naam, voornaam, mandaat in de gemeenteraad en adres) voor als kandidaat-lid voor het regionaal bestuurscomité (RBC) Mechelen van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
INDIEN DE GEMEENTE EEN KANDIDAAT-BESTUURDER WENST VOOR TE DRAGEN: OPGELET: VOOR DE RAAD VAN BESTUUR ZIJN SLECHTS 15 ONDER 44 AANGESLOTEN GEMEENTEN TE BEGEVEN MANDATEN
Dezelfde persoon vermeld in artikel 2 tevens vor te dragen als kandidaat-lid voor de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor de duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemne Vergadering van 24 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger(s) van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle op 24 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op om zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen die heden genomen worden.
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervaan aan de opdrachthoudene vereniging Fluvius Zenne-Dijle, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie),uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be
Gemeente Berlaar is lid van OVSG.
Het gemeentebestuur ontving op 15 januari 2025 een emailbericht van OVSG met de vraag tot aanstelling van een afgevaardigde voor de algemene vergadering van OVSG.
De gemeenteraad kan een vertegenwoordiger afvaardigen in de algemene vergadering van OVSG.
................ die de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, wordt aangeduid als afgevaardigde van de gemeente Berlaar in de algemene vergadering van OVSG tot herroeping van dit mandaat of tot volgende volledige hernieuwing van de raden.
Deze beslissing wordt voor nuttig gevolg gemaild naar OVSG, huis Madou, Bischoffsheimlaan 1-8 in 1000 Brussel.
Tussen IOK Afvalbeheer en IVAREM werd in 2006 de Maatschap MBS opgericht in functie van de gezamenlijke exploitatie van de installatie MBS.
De leden van het bestuurscomité worden benoemd door de algemene vergadering van de vereniging die zij vertegenwoordigen.
In artikel 8.1. van de maatschapsovereenkomst tussen IVAREM en IOK Afvalbeheer wordt aangegeven dat de Maatschap MBS wordt bestuurd door het bestuurscomité dat paritair wordt samengesteld.
De voorzitters van IOK Afvalbeheer en IVAREM maken van rechtswege deel uit van het bestuurscomité. Verder hebben IOK Afvalbeheer en IVAREM elk het recht om maximaal vijf leden van het bestuurscomité voor te dragen.
De voorzitter en ondervoorzitter kunnen pas worden aangewezen door de nieuwe raad van bestuur, die wordt benoemd door de algemene vergadering van 21 februari 2025.
Voor de volledigheid wordt nog vermeld dat naast die maatschapsovereenkomst in 2006 ook een nv Patrimonium MBS werd opgericht. In dat kader zal ook de samenstelling van de raad van bestuur van de NV patrimonium MBS worden voorgelegd aan de nieuwe raad van bestuur van IVAREM in functie van de formele aanwijzing binnen de Algemene Vergadering van de NV Patrimonium MBS in het voorjaar 2025.
De voorzitter en de ondervoorzitter van IVAREM worden gemandateerd in het bestuurscomité van de Maatschap MBS.
2 extra leden worden gemandateerd namens IVAREM in het bestuurscomité van de maatschap MBS, de algemeen directeur en de financieel-administratief directeur.
De gemeenteraad stemt in met het voorstel over de samenstelling van het bestuurscomité van de Maatschap MBS.
Het schrijven van Vlaamse Vereniging voor Openbaar Groen ingekomen op 21 januari 2025.
De gemeente is lid van de Vlaamse Vereniging voor Openbaar Groen (VVOG).
Hierdoor mag zij een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde aanduiden voor de algemene vergadering van VVOG.
De gemeente kan er tevens voor opteren om een kandidaat-bestuurder voor te dragen. Deze kan dan worden aangesteld in de algemene vergadering van VVOG.
De gemeenteraad duidt .................. aan als afgevaardigde in de algemene vergadering van de Vlaamse Vereniging voor Openbaar Groen tot het einde van de legislatuur of tot herroeping van het mandaat.
De gemeenteraad duidt ............. aan als plaatsvervangend afgevaardigde in de algemene vergadering van de Vlaamse Vereniging voor Openbaar Groen tot het einde van de legislatuur of tot herroeping van het mandaat.
De gemeenteraad draagt .................. voor als kandidaat-bestuurder in de raad van bestuur van de VVOG.
Het besluit wordt toegestuurd aan VVOG, Predikherenrei 1c in 8000 Brugge.
Igemo bezorgde op 24 januari 2025 een schrijven met de uitnodiging voor de Algemene Vergadering op 28 februari 2025 die zal plaatsvinden in hun kantoorgebouw, Schoutetstraat 2 in 2800 Mechelen.
De uitnodiging voor de algemene vergadering vind je als bijlage terug.
De agenda van de algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging IGEMO op 28 februari 2025:
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van 28 februari 2025 en verleent haar afgevaardigde(n) het mandaat in te stemmen met de voorstellen van de raad van bestuur van IGEMO aan de algemene vergadering.
Deze beslissing wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de intergemeentelijke vereniging IGEMO.
Het mandaat van de afgevaardigde voor elke algemene vergadering moet door de vernnoten herhaald worden conform artikel 432 van het decreet van 22 december 2017.
De agenda van de bijzondere algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging IVAREM van 21 februari 2025:
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van 21 februari 2025 en verleent aan zijn afgevaardigde(n) het mandaat in te stemmen met het voorstel van de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IVAREM.
Deze beslissing wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de intergemeentelijke vereniging IVAREM.
Mols Contractors NV, Hoge Mauw 580 te Arendonk heeft op 6 juli 2023 een omgevingsvergunning aangevraagd met referentie OMG / SH / 0852. De aanvraag beoogt een tweeledig project. Enerzijds de vernieuwing van de riolering en de bovenbouw van de bestaande Merelstraat en anderzijds de uitbreiding van de openbare infrastructuur en nutsvoorzieningen van de Merelstraat en de oprichting van 29 nieuwe woningen.
Mols Contractors NV dient te worden beschouwd als de aanvrager van de omgevingsvergunning.
Gezien de omgevingsvergunningsaanvraag volgens de aanvrager de “aanleg van wegenissen” voorzag had de aanvrager een plan benoemd als “rooilijnplan” gevoegd bij diens aanvraag en heeft de GOA en het CBS vervolgens in het licht daarvan gemeend de gemeenteraad te moeten samenroepen om zich uit te spreken over de zaak der wegen.
Er werd aldus van uit gegaan dat met de aanvraag en het voegen van een plan benoemd als rooilijnplan in casu een geïntegreerde procedure werd gevolgd door de aanvrager overeenkomstig artikel 12, § 2 van het Gemeentewegendecreet:
“§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.”
Artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt verder dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, het CBS de gemeenteraad samenroept om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
“Artikel 31. ( 01/09/2019 - Datum te bepalen door de Vlaamse Regering )
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het voorzien van nieuwe gemeentewegen of de wijziging en verplaatsing van bestaande gemeentewegen verloopt volgens het Gemeentewegendecreet in principe steeds via de procedure tot opmaak van een gemeentelijk rooilijnplan, volgens de bepalingen van afdeling 2 “Procedure bepalingen over gemeentelijke rooilijnplannen” van hoofdstuk 3 van dit decreet.
Uitzonderlijk laat artikel 12, §2 Gemeentewegendecreet toe af te wijken van de procedure vervat in de artikelen 16 tot en met 19 Gemeentewegendecreet door meer bepaald de aanleg of de wijziging van een gemeenteweg op te nemen in een omgevingsvergunningsaanvraag. Die afwijkingsmogelijkheid staat enkel en alleen open in zoverre:
De in artikel 12, §2, eerste lid Gemeentewegendecreet aangehaalde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen, liggen vervat in artikel 16, §2 tot en met §4 Gemeentewegendecreet. (zie RvVb 24 oktober 2024, nr. RvVb-A-2425-0149)
Uit de stukken van het administratief dossier blijkt verder dat de betrokken percelen van de aanvraag gelegen zijn binnen het BPA nr. 8a ‘Itegembaan’ van 10 september 1987. Dit BPA nr.8a is tot op heden nog steeds van toepassing.
Het BPA nr.8a voorziet o.m. in een zone voor voetwegen (oranje) en een zone voor openbare wegen (geel).
Tevens werd in het BPA nr.8a een rooilijn voorzien en vastgesteld dewelke o.m. is ingetekend over het perceel van de heer Pol Van Houtven, wonende aan de Schoolstraat 92 te Berlaar. (beroepsindiener).
M.b.t. de door de aanvrager aan te leggen wegenissen wordt in de beschrijvende nota B26 (zoals gevoegd bij het aanvraagdossier) uitdrukkelijk gesteld dat “de nieuw aan te leggen wegenis volgt verplicht het tracé uit het BPA 8a dat een rooilijnbreedte voorziet van 12m. Deze rooilijnbreedte laat toe om aan beide zijdes van de weg brede groenstroken van 3,75m te voorzien. Deze stroken worden gebruikt voor de aanleg van nutsvoorzieningen en waterberging en -infiltratie, waar het nog mogelijk is worden bomen aangeplant.”
Zodoende werd een besluit door de gemeenteraad genomen over de zaak der wegen overeenkomstig artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet juncto artikel 12, § 2 van het Decreet Gemeentewegen op 17 september 2024 waarbij de gemeenteraad het wegtracé en de aanleg van de wegenis, de voetweg en andere delen die tot het openbaar domein zullen behoren, zoals voorzien in de omgevingsaanvraag OMG / SH / 0852 hebben goedgekeurd.
Dit besluit wordt thans bestreden met een vernietigingsberoep van 15 november 2024 bij de Raad van State.
Naar aanleiding van dit verzoekschrift dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld dat het bestreden besluit van 17 september 2024 niet had moeten / kunnen worden genomen door de gemeenteraad gezien tot de vaststelling werd gekomen dat noch de aanleg van een nieuwe gemeenteweg, noch de wijziging of verplaatsing van een bestaande gemeenteweg in het voorwerp van de vergunningsaanvraag begrepen was.
De aanvraag omvat immers niet de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg in de zin van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet juncto artikel 12, § 2 van het Decreet Gemeentewegen doch het voorwerp van de vergunningsaanvraag betreft louter en alleen de effectieve realisatie van de wegenis op het terrein en dit conform aan de rooilijn zoals deze reeds werd vastgesteld, juridisch bestaat en sinds 1987 in het BPA nr. 8 werd vastgelegd. De rooilijn (en aldus de gemeenteweg) is al sinds 1987 voorzien en ingetekend in het BPA nr. 8a.
Met het beoogde project van Mols Contractors NV wordt deze rooilijn die sinds 1987 juridisch bestaat thans ook gerealiseerd en wordt deze waarneembaar op het terrein door te voorzien in concrete wegverharding op de betrokken percelen waarover de rooilijn is ingetekend.
Overeenkomstig de rechtspraak van de RvVb moet er in die omstandigheden geen rooilijnplan worden gevoegd wanneer er geen noodzaak of vraag tot aanleg van nieuwe wegenis dan wel de verplaatsing, wijziging of opheffing van een bestaande gemeenteweg met de vergunningsaanvraag beoogd wordt (RvVb 5 december 2024, nr. RvVb-A-2425-0259) In dat geval is er geen beslissing van de gemeenteraad nodig maar is en blijft het CBS bevoegd om over de omgevingsvergunningsaanvraag eigenstandig uitspraak te doen.
Er kan derhalve worden besloten dat enerzijds geen rooilijnplan had moeten of kunnen worden gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag en dat vervolgens de gemeenteraad niet had moeten/mogen worden samengeroepen om een uitspraak te doen over de zaak der wegen in de zin van artikel 31 Omgevingsvergunningsdecreet juncto artikel 12, § 2 van het Decreet Gemeentewegen.
Gezien de aanvraag in wezen dus geen betrekking had op de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg was niet de gemeenteraad maar uitsluitend het CBS bevoegd en kan de materiaalkeuze en de concrete uitrusting van de wegenis worden opgelegd in de omgevingsvergunning zelf door de vergunningverlenende instantie.
Gezien aldus is komen vast te staan dat de gemeenteraad ten onrechte werd samengeroepen door het CBS om een uitspraak te doen over de zaak der wegen, dient het gemeenteraadsbesluit omtrent de zaak der wegen om de hierboven aangehaalde redenen en in het belang van de rechtszekerheid te worden ingetrokken.
De gemeenteraad beslist over te gaan tot de intrekking van het gemeenteraadsbesluit van 17 september 2024 punt 9: "2024_GR_00107 - Vergunningsaanvragen, toelatingen en meldingen - Goedkeuring tracé en aanleg wegenis in omgevingsaanvragen OMG / SH / 0852 strekkende tot de vernieuwing en uitbreiding (verbreding) van het bestaande openbaar domein van de Merelstraat en het aanleggen van nieuw openbaar domein in het verlengde van de Merelstraat, telkens in combinatie met nuts- en rioleringswerken, het oprichten van 29 ééngezinswoningen waarvan 16 in halfopen en 13 in gesloten bebouwing, het slopen van twee hoeves met hun bijgebouwen, het dempen van een gebrde drinkwaterput en het kappen van een rij dennenbomen, een es en drie eiken, gelegen op de percelen langs de Merelstraat en Ebroek – goedkeuring”.
Op 17 december 2015 werd de samenwerkingsovereenkomst voor de intergemeentelijke aanpak van de omgevingshandhaving door de gemeenteraad goedgekeurd.
De gemeente heeft een samenwerkingsovereenkomst met IGEMO met betrekking tot handhaving omgevingsrecht.
In samenwerking met de gemeenten Berlaar, Bonheiden, Putte, Sint Katelijne Waver, Lier, Duffel en Bornem werd in de schoot van IGEMO een intergemeentelijke cel opgericht belast met omgevingshandhaving (IGOHC) die als doelstelling heeft het omgevingshandhavingsbeleid van de deelnemende gemeenten te organiseren.
Binnen de "Intergemeentelijke Omgevingshandhavingscel" of afgekort "IGOHC" werken de gemeenten samen aan een omgevingshandhavingsbeleid. Met deze georganiseerde samenwerking wil de vereniging de aanwezige ervaring en kennis bundelen, om zo te streven naar een efficiënter omgevingshandhavingsbeleid en het rationaliseren van de beheer- en exploitatiekosten.
Ondanks de intergemeentelijke samenwerking, is de beschikbare tijd en het beschikbare budget te beperkt om alle overtredingen op het omgevingsrecht op te sporen en vast te stellen. Op basis van deze beperkingen wordt er derhalve met een prioriteitenbepaling gewerkt. Uiteraard blijft het proactief opsporen van overtredingen alleszins wel het doel van de IGOHC.
De begroting 2025 worden nu ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Een performant vergunningenbeleid kan pas slagen wanneer er ook een handhavingsbeleid tegenover staat. Beperkte middelen en beperkte tijd, vragen om een efficiënte en realistische aanpak, daardoor wordt er gewerkt met prioriteiten, vastgelegd in een jaarlijks actieplan.
- Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
- Het Decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014.
- het Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018.
De gemeenteraad neemt kennis van de Begroting 2025, betreffende de Intergemeentelijke Omgevingshandhaving opgesteld door IGEMO.
De beslissing van de kennisname wordt overgemaakt aan Igemo.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend door OV (Opdrachthoudende Vereniging) PIDPA, met maatschappelijke zetel te Vierselse baan 5 te 2280 Grobbendonk en zoals ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer: 0204.908.936, houdende de heraanleg van de Markt met als kenmerk OMV_2024136531.
De vergunningsaanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 22 november 2024, waarbij de aanvraag zowel enkele stedenbouwkundige handelingen omvat alsook de exploitatie beoogt van een of meerdere ingedeelde inrichtingen.
De aanvraag omvat de heraanleg van de Markt, met aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, waarbij de aandacht voornamelijk gericht wordt naar de bestaande mobiliteitsknelpunten, de parkeerproblematiek, het herstel van de historische kenmerken en het stimuleren van een economische structuur.
Daartoe wordt voorzien in de aanleg van fietssuggestiestroken en afzonderlijke fietspaden, de inrichting van een woonerfzone, het clusteren van de parkeerplaatsen, de aanleg van een gescheiden riolering en de heraanleg van de westelijke en zuidelijke as van de Markt tot aan het kruispunt met de Smidstraat.
De volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
Eveneens worden volgende ingedeelde inrichtingen aangevraagd:
De aanvraag omvat ook:
De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen op openbaar domein en volgende kadastrale percelen afdeling 1 sectie B nrs. 125E2, 125B2, 125C2, 125D2, 125A2, 178, 179, 182, 125E2, deel 120P en deel 15G afdeling 1 sectie A nrs. deel 236S, deel 31C2 en deel 31B2, afdeling 1 sectie D nrs. Deel 3E, deel 7T en 31A2.
De vergunningsaanvraag voorziet in de aanvraag, en uitvoering, van fase 2 van de herinrichtingswerken in het centrum van de gemeente Berlaar rond de as Markt-Pastorijstraat. Fase 1 situeerde zich ten oosten van de Markt en bestreek de herinrichting van Pastorijstraat, Ballaarweg en kerkomgeving.
Het projectgebied van fase 2 sluit aan op fase 1 ter hoogte van de Sint-Pieterskerk, en zo verder door naar Markt en Dorpsstraat tot aan het kruispunt met de Daalstraat.
Het projectgebied ‘heraanleg Markt’ is gelegen in het centrum van de gemeente en loopt van het kruispunt Dorpsstraat-Daalstraat tot aan de bocht met het kerkplein (t.h.v. Markt 44). Tevens wordt het kruispunt Markt-Legrellestraat heringericht tot aan huisnummer 10. De Itegembaan krijgt een nieuw wegprofiel tot aan huisnummer 23. De westelijke en zuidelijke as van de Markt tot aan het kruispunt met de Smidstraat worden mee heraangelegd. Het volledige projectgebied krijgt een nieuw gescheiden rioleringsstelsel.
Aan de Markt liggen verschillende handels- en horecazaken, ook de dienstensector is goed vertegenwoordigd met het gemeentehuis, verschillende bankkantoren, een notariaat, … Het eerste deel van de Dorpsstraat maakt tevens deel uit van dit kernwinkelgebied van het dorp, zowel horeca- en handelszaken als dienstensector zijn er actief. Naast lokale handel en horeca zijn in dit deel ook enkele grotere winkelketens gevestigd waaronder Kruidvat en Standaard Boekhandel. In het betrokken deel van de Dorpsstraat zijn eveneens verschillende woningen en meergezinswoningen aanwezig.
Planologisch is het projectgebied gelegen in het gewestplan ‘Mechelen’, zoals vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 5 augustus 1978, en is dit gelegen in de bestemmingen ‘woongebied’ en ‘bestaande hoofdverkeerswegen’. Het projectgebied is niet gelegen in een BPA of een RUP, GRUP of PRUP.
Aan het aanvraagdossier werd een rooilijnplan gevoegd voor de Markt, een deel van de Dorpsstraat, de Legrellestraat, Daalstraat, Itegembaan en de Smidstraat. Dit rooilijnplan werd opgesteld door Alaers & Partners en dateert van 24 juni 2022.
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen.
De vergunningsaanvrager maakt gebruik van deze geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de stedenbouwkundige handelingen zoals hierboven opgesomd, ook de gedeeltelijke wijziging van de Legrellestraat (verbreding) aan te vragen.
Daarnaast wordt een zeer beperkte gedeeltelijke wijziging aan de rooilijnen voor de Legrellestraat (andere zijde, hoek met Markt), de Dorpsstraat (hoek Daalstraat), de Markt zelf (aansluiting Smidstraat) en Itegembaan (hoek Markt) aangevraagd, met voor het overige de bevestiging van de rooilijnen voor de wegdelen in het projectgebied. De Smidstraat maakt ter hoogte van de aansluiting deel uit van het projectgebied, doch wordt niet in het rooilijnplan opgenomen gezien de bestaande rooilijnen, zoals vastgesteld bij KB van 28 juli 1939 behouden kunnen blijven.
Elk van deze wegen kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het Decreet Gemeentewegen.
Er wordt daarbij aansluiting gezocht bij de bestaande aanpalende bebouwingen. Enerzijds worden vijf percelen getroffen door de voorziene verbreding van de Legrellestraat vooraan, en wordt een perceel getroffen ter hoogte van de aansluiting van de Itegembaan op de Markt (hoek).
Daarnaast worden zes percelen ‘getroffen’ door een gedeeltelijke afschaffing van:
Het aanvraagdossier bevat hiertoe een rooilijnplan dat voldoet aan artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen. Het rooilijnplan bevat een voldoende duidelijke weergave van de actuele rooilijn (zwarte en blauwe aanduiding), alsook wordt de nieuwe rooilijn (rode aanduiding) voldoende duidelijk weergegeven.
Bovendien bevat het rooilijnplan een kadastrale tabel met de getroffen percelen, met weergave van de oppervlakte, kadastrale gegevens alsook de gegevens van de eigenaars.
Zodoende voldoet het rooilijnplan aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen en is de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld.
Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de wijziging van de gemeenteweg, hier dus meerdere wegen. Hetgeen impliceert dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
Verwezen wordt hiervoor naar de principes en doelstellingen uit het Decreet Gemeentewegen die gelden voor iedere wijziging van gemeentewegen:
“Art. 3
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”
“Art. 4
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Het is in het licht van deze principes en doelstellingen dat de beoogde wijziging zal worden onderzocht.
Daarbij geldt overeenkomstig artikel 32, §2 Omgevingsvergunningsdecreet dat een vergunning voor aanvragen met de wijziging van een gemeenteweg, slechts verleend kan worden na de goedkeuring van de wijziging van de gemeenteweg door de gemeenteraad.
De bevoegdheid van de gemeenteraad moet daarbij onderscheiden worden van deze van de vergunningverlenende overheid, hier het college van burgemeester en schepenen. Dit in die zin dat deze bevoegdheid zich beperkt tot hetgeen hierboven uiteen gezet is, zonder zich te kunnen uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf.
Tot slot geldt dat wanneer de gemeenteraad zich dient uit te spreken over de “zaak der wegen”, zij zich uitspreekt over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg, alsook over de eventuele opname in het openbaar domein. Dit impliceert dat de gemeenteraad niet enkel beslist over het tracé, maar ook over de keuze van wegverharding en bestrating, weguitrusting en nutsleidingen, aanleg van trottoirs, etc…
De betrokken gemeentewegen kwalificeren als lokale wegen type I (verbindend op lokaal niveau), met uitzondering van de Smidstraat die gerangschikt is als lokale weg type II en de Daalstraat die gerangschikt is als lokale weg type III. Voor de beschrijving van de bestaande toestand en materialen van deze wegen wordt verwezen naar de beschrijvende nota bij de vergunningaanvraag.
Voor de aanvraag werd er gebruik gemaakt van een herkomst-bestemmingsonderzoek van 2019 opgesteld door MINT, het mobiliteitsrapport van 2018 opgesteld door TRIDÉE en de geactualiseerde versie van het parkeeronderzoek van 2024 eveneens opgesteld door MINT.
Het doel van de aanvraag is onder te brengen in meerdere doelstellingen, waaronder het tegemoet komen aan bestaande mobiliteitsknelpunten, het gebrek aan fietssuggestiestroken en fietspaden, smalle voetpaden, het gebrek aan een gescheiden rioleringsstelsel, het stimuleren van een economische structuur en het verbeteren van de verkeersleefbaarheid.
Met de aanvraag wordt voorzien in een gescheiden rioleringsstelsel voor het projectgebied. Momenteel is dit niet voorhanden en kunnen de bestaande leidingen niet hergebruikt worden. Er zal in een gescheiden rioleringsstelsel worden voorzien, met een afvoer voor regenwater (RWA) en afvalwater (DWA). Voor een gedetailleerde omschrijving van de ontworpen toestand wordt naar de hydraulische toelichtingsnota verwezen.
Vervolgens dient de aanvraag de verkeersleefbaarheid en -veiligheid te verbeteren, met volgende uitgangspunten:
Het gemotoriseerd verkeer wordt teruggedrongen naar de as Dorpsstraat-Markt die wordt ingericht als verkeersdrager voor het doorgaand verkeer. het nieuwe wegprofiel voorziet fietssuggestiestroken met een breedte van ca. 1,90m, welke ter hoogte van de kruispunten worden doorgetrokken.
De rijbaanbreedte zelf wordt teruggedrongen tot 5,80m tussen de goten conform de richtlijnen van de Lijn. Deze ingreep heeft tot doel om de gereden snelheid te verlagen en om bestuurders te dwingen achter het fietsverkeer te blijven zodanig inhaalbewegingen van fietsers maximaal beperkt worden.
In de Dorpsstraat zal hetzelfde wegprofiel aangehouden worden (rijbaanbreedte 5,80m, fietssuggestiestroken van ca. 1,95m) doch wordt voorzien in een lichte asverschuiving, waardoor langsparkeren aan de zuidelijke zijde mogelijk wordt en op de Markt mogelijk wordt aan de noordelijke zijde tot aan het kerkplein. Het voetpad aan de noordelijke zijde wordt verbreedt en er wordt aan de poort aan de Daalstraat een overstreekplaats voor voetgangers ingericht.
Tevens wordt er in de zone 30 voor gekozen om op de centrale loopassen zebrapaden aan te leggen om overstekend voetgangersverkeer te faciliteren en te bundelen op goed zichtbare plaatsen. Teneinde de verkeersveiligheid te verbeteren worden de bestaande voetpaden aan beide zijden van het kruispunt Markt-Itegembaan aangesloten op de groeninrichting van het plein.
Het overige gedeelte van de Markt wordt ingericht als woonerf. Dit met gelijkgrondse aanleg, zodat weggebruikers zich overal vrij kunnen bewegen. Hierdoor ontstaat alertheid en gaat de snelheid omlaag, alsook is er minder doorgaand verkeer. De volledige woonerfzone wordt verhoogd ingericht ten opzichte van de rijbaan van de Markt en de Smidstraat.
De Itegembaan wordt tot slot verhoogd ingericht tussen het kruispunt met de Schoolstraat en de Markt. Hierdoor is er meer aandacht voor de zwakke weggebruikers die uit de zuidelijke as van de Markt willen oversteken over het overgedimensioneerde zebrapad. Ook het fietsverkeer dat ter hoogte van de Schoolstraat wisselt van fietssuggestiestrook naar het aanliggend dubbelrichtingsfietspad komt zo beter onder de aandacht. Na uitvoering van de werken versmalt het wegprofiel.
Zowel Itegembaan als Legrellestraat worden ingericht met een voorsorteerstrook om af te slaan, de wachttijden aan het kruispunt worden hierdoor gereduceerd.
Ter hoogte van de aansluiting van de Legrellestraat wordt een afslagstrook voorzien over een afstand van ca. 50m en met een breedte van 3m breed (incl. goot), zoals opgemerkt in het herkomst-bestemmingsonderzoek van MINT van 2019. Het aanwezige dubbelrichtingsfietspad richting Kessel wordt doorgetrokken over het braakliggend hoekperceel tot op de Markt. Vanaf de Markt kunnen fietsers in de nieuwe situatie dus vanuit beide richtingen rechtstreeks het fietspad oprijden zonder nadien nog een oversteekbeweging te moeten maken. De voetgangers krijgen vanuit de Legrellestraat een ontvlochten wandelpad over het hoekperceel, afgeschermd van het dubbelrichtingsfietspad door een groenzone. Het zijn deze voorzieningen die een gedeeltelijke wijziging van de rooilijn noodzaken, zodat de openbare weg op dit punt kan worden verbreed.
De voetpaden worden uitgevoerd in gezaagde kasseien, afgebakend door een borduur in blauwe hardsteen. De parkeerstroken worden uitgevoerd in kasseien, de rijweg en fietssuggestiestroken in betonverharding. Voor een gedetailleerd overzicht hiervan kan verwezen worden naar de typeprofielen zoals gevoegd aan het aanvraagdossier.
Wat meer concreet, zoals vereist door artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet, de voorziene ligging en breedte van de betreffende gemeentewegen betreft, moet worden vastgesteld dat de huidige bestaande rooilijnen en dus ook ligging van de betreffende gemeentewegen grotendeels wordt aangehouden. Enkel worden nieuwe wegprofielen en materialen voorzien, binnen de bestaande rooilijnen.
Wel wordt een gedeeltelijke wijziging van de Legrellestraat voorzien, teneinde de afslagstrook en inrichting van een fiets- en voetpad mogelijk te maken. Dit komt de verkeersveiligheid ten goede, doordat rondrijdend sluipverkeer om aanschuiftijden te vermijden hierdoor vermeden kan worden. Ook dient fietsverkeer vandaag een oversteekbeweging op de rijbaan te maken, terwijl de aanvraag in een aansluiting op het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de ‘Poort van Berlaar’ voorziet. Ook het voetgangersverkeer krijgt meer ruimte met een groene inrichting van de overige ruimte op dit hoekperceel.
De overige gedeeltelijke wijzigingen van de bestaande rooilijnen, dienen de bestaande toestand te regulariseren in die zin dat de aanwezige bebouwing wordt gevolgd. Dit heeft kleine wijzigingen tot gevolg, met een verschuiving van de rooilijn die thans deze bebouwing doorsnijdt tot aan de grens van de bebouwing. Dit is op zes locaties het geval.
Elk van deze wijzigingen kan worden goedgekeurd, net zoals de voorziene ligging en breedte van de gemeentewegen.
Voor de nieuwe uitrusting van deze reeds bestaande gemeentewegen, wordt voor de woonerfzone in een kasseiverharding voorzien. De volledige zone wordt verhoogd aangelegd. De as Dorpsstraat – Markt wordt uitgevoerd in uitgewassen beton, hetgeen aansluit bij de kerkomgeving. Er worden twee brede fietssuggestiestroken voorzien op de rijbaan, gerealiseerd in gebezemd beton, met voldoende contrast met de middenstrook. De rijbaan wordt langs weerkanten opgesloten met een ter plaatse gestorte kantstrook in beton en een brede boordsteen in blauwe hardsteen, doch waarbij de parkeerplaatsen op zelfde hoogte ingericht worden met een verhoogd voetpad.
De verhardingen van voetpaden en parkeerstroken worden uitgevoerd in Belgische porfier, de voetpaden worden gerealiseerd in een gezaagde verharding en de parkeerplaatsen in een traditionele, niet gezaagde. De afboording van de parkeerplaatsen wordt gemaakt met witte natuursteen.
De Itegembaan wordt verhoogd ingericht tussen de as Dorpsstraat – Markt en de Schoolstraat. Dit plateaugedeelte wordt ingericht in gebezemde beton tot en met het zebrapad aan de start van de Itegembaan. Vanaf dit punt blijft de gebezemde betonverharding behouden voor de fietsstroken maar zal de rest van rijbaan worden uitgevoerd in uitgewassen beton, op die manier wordt het specifieke traject dat door fietsers zal worden gevolgd benadrukt in het straatbeeld. Voorbij het kruispunt met de Schoolstraat gaat deze verharding over in asfalt. Naastgelegen komt er aan een dubbelrichtingsfietspad in rode betonstraatstenen.
De rijbaan wordt tot en met het kruispunt met de Schoolstraat langs beide kanten opgesloten zoals de as Dorpsstraat-Markt. Langsheen de asfaltverharding zal de rijbaan worden opgesloten met een ter plaatste gestorte kantstrook in combinatie met geprefabriceerde betonboordstenen, in tegenstelling tot de natuursteen boordstenen hebben deze een breedte van 20cm.
De Legrellestraat wordt net zoals het kruispunt Legrellestraat – Markt over de volledige breedte van de rijweg uitgevoerd in een gebezemde betonverharding. De voetpaden worden uitgevoerd in gezaagde Belgische porfier verharding. De rijbaan wordt langs weerkanten opgesloten met een ter plaatse gestorte kantstrook in beton en een brede boordsteen in blauwe hardsteen. Naastgelegen komt er een dubbelrichting fietspad in rode straatstenen. Aansluitend op het fietspad wordt een groenzone ingericht waarin een wandelpad wordt aangelegd met dezelfde materialen als de overige voetpaden op het nieuwe plein.
Op het hoekperceel van de Legrellestraat worden 2 zomerlindes en 4 haagbeuken aangeplant.
Het projectgebied is gedeeltelijk gelegen in pluviaal overstromingsgebied, waardoor er een watergevoeligheid aanwezig is. Momenteel ligt er een gemengd rioleringsstelsel in het projectgebied (fase 2). De bestaande leidingen hebben niet genoeg capaciteit om hergebruikt te worden en worden vervangen.
De nieuwe RWA kan een groter debiet verzetten zonder opstuwing tot aan het maaiveld. Door de uitvoering van de rioleringswerken wordt er voorzien in een gescheiden afvoer van hemelwater t.o.v. het verontreinigd afvalwater. Deze scheiding zorgt ervoor dat het propere regenwater vertraagd wordt afgevoerd via de straatriolering.
De open grachten zorgen voor een buffering waarbij er ter hoogte van het lozingspunt een drempel zal worden geplaatst. De drempel is gemaakt van beton en voorzien van een doorvoeropening. Deze drempel zal – in combinatie met de doorvoeropening – ervoor zorgen dat het regenwater gebufferd wordt in de grachten en vertraagd geloosd op de Gestelbeek.
Verder is er ook een groter buffervolume in de buizen en kokers van de riolering zelf. De weg- en rioleringswerken op zich creëren geen bijkomende verhardingen. In tegendeel: er is een afname met 1.745 m².
Door de scheiding van droogweerafvoer waardoor het hemelwater opgevangen wordt in grachten die zorgen voor een vertraagde afvoer, en de toename van de onverharde oppervlakte met ca. 60%, zal er een positief effect ontstaan voor de waterhuishouding. Wij verwijzen hiervoor naar de hydraulische nota en de omschrijving van de effecten op het watersysteem.
Elk van deze materialen en uitrustingen zijn voldoende kwaliteitsvol en dragen bij aan de gewenste verkeersinrichting.
Tot slot opgemerkt dat de aanvraag voorziet in een ingrijpende wijziging van de mobiliteitsstructuur op de Markt, met verschuiving van het gemotoriseerd verkeer naar de as Markt-Dorpsstraat en het verkeersluwer maken van de Markt, o.m. door de inrichting in een verhoogde woonerfzone. Uit het herkomst-bestemmingsonderzoek van MINT blijkt dat de bestaande kruispunten op de Markt beschikten over voldoende restcapaciteit, behalve de Legrellestraat die reeds enige verzadiging kent.
Om hieraan tegemoet te komen, wordt een afslagstrook voorzien aan de Legrellestraat (met voorsorteerstrook). De wachttijden aan het kruispunt worden hierdoor gereduceerd. Met deze ingreep aan de Legrellestraat wordt in de toekomst ook aanzienlijk minder sluipverkeer in de Daalstraat verwacht.
Het project gaat niet gepaard met een verhoogde verkeersgeneratie. Het gaat gepaard met een verbetering van de verkeersveiligheid door een betere verkeersafwikkeling van auto-, fiets- en voetverkeer. Dit bevordert het fiets- en voetverkeer bevorderen ten opzichte van de auto, wat een afname van gemotoriseerd verkeer zal inhouden.
Daarnaast zal het aantal beschikbare parkeerplaatsen eveneens wijzigen, van het huidige aantal van 151 beschikbare parkeerplaatsen naar 74 parkeerplaatsen voor kortparkeren. Dit zijnde een daling van 77 parkeerplaatsen.
Uit het geactualiseerde parkeeronderzoek van MINT van 2024 blijkt echter dat dit kan volstaan. Immers blijkt dat in de buurt van de Markt over het algemeen meer kort- en middelkort wordt geparkeerd, waardoor het gevestigde parkeerbeleid zijn nut lijkt te hebben. Bij de heraanleg van de Markt zal de beschikbare capaciteit op 74 parkeerplaatsen uitkomen. Uit de analyse blijkt dat 74 parkeerplaatsen over het algemeen voldoende zijn om de bestaande parkeervraag op reguliere dagen op de Markt op te vangen.
Voor zaterdag volstaat de extra parking achter het gemeentehuis om de tijdelijke verhoogde parkeerdruk op te vangen. Tijdens de markt op woensdag is er in de overige segmenten (omliggende straten) nog voldoende restcapaciteit beschikbaar op publieke parkeerplaatsen in de omliggende parkeersegmenten.
Het parkeeronderzoek toont aan dat de aanpassing aan de markt voldoende kan opgevangen worden door de reeds uitgevoerde centrumparkings (achter het gemeentehuis en op site Steylaerts). Deze parkings zijn gelegen onmiddellijk aan het projectgebied en vlakbij het handelscentrum.
Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.
Voorliggend rooilijnplan voorziet een herinrichting van de marktomgeving in de dorpskern van Berlaar. Daarbij worden de bestaande rooilijnen van de Markt en aansluitende wegen grotendeels aangehouden, met enerzijds een beperkte wijziging vooraan aan de Legrellestraat (verbreding) om de realisatie van een afslagstrook en voet- en fietspad mogelijk te maken. Anderzijds worden beperkte regularisaties voorzien, met het beperkt in overeenstemming brengen van de rooilijn met de bestaande bebouwing.
Deze wijzigingen en dus het rooilijnplan strekken tot het algemeen belang.
Tevens zal een gescheiden rioleringsstelsel voorzien worden, met gescheiden afvoer van regenwater (RWA) en afvalwater (DWA). Deze werken strekken duidelijk tot het algemeen belang.
Bovendien beoogt de herinrichting een bevordering van de verkeersveiligheid, de verkeersleefbaarheid, de doorwaadbaarheid en de algemene beleving van de centrumomgeving. Dit door het gemotoriseerd verkeer te verplaatsen naar de as Markt-Dorpsstraat, door de verkeersveiligheid van de weggebruikers te verbeteren door de aanleg van voetpaden, fietssuggestiestroken, een verhoogde woonerfzone, afzonderlijke fietspaden, … De verkeersveiligheid alsook de vlottere verkeersdoorstroming worden beiden gediend door de voorziene aanpassingen.
Tot slot behoren de Markt en de omliggende gemeentewegen tot het openbaar domein, bestemd tot het gebruik van allen. De verschillende doelen die met deze wijziging worden beoogd, strekken ertoe de verkeersveiligheid, in het bijzonder van de zwakke weggebruiker, te verhogen. Dit vormt bij uitstek een wijziging ten dienste van het algemeen belang.
Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.
In voorliggend geval moet echter worden vastgesteld dat de Markt, Legrellestraat, Dorpsstraat, Itegembaan en Smidstraat bezwaarlijk als trage weg kunnen worden beschouwd. Bovendien worden deze wegenissen niet verplaatst, noch opgeheven. Integendeel, voorliggend rooilijnplan strekt ertoe tot een verbetering van de verkeersveiligheid in het bijzonder in hoofde van de zwakke weggebruiker, te komen. Hetzelfde geldt voor de voorziene herinrichting.
Zodat de voorgenomen wijziging verantwoord is.
Overeenkomstig artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet dient bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen.
Betreffende de verkeersveiligheid wordt vooreerst verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’.
Hieruit is reeds gebleken dat voorliggend rooilijnplan de herinrichting van de Markt en nabije omgeving mogelijk moet maken en bijdraagt tot de verkeersveiligheid en -leefbaarheid. Dit met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruikers.
Verwezen wordt hiervoor naar de beschrijvende nota bij de aanvraag, waaruit niet limitatief volgende maatregelen blijken die de verkeersveiligheid verhogen:
Bovendien blijkt uit de gegevens van het aanvraagdossier dat de herinrichting van het hoekperceel van de Legrellestraat als doelstelling heeft om trage weggebruikers een tracé aan te bieden los van de – drukkere – Legrellestraat, zodanig het aantal oversteekbewegingen beperkt kan worden.
Dit zal ertoe leiden dat op de Legrellestraat zelf, ter hoogte van de Markt, een minder druk verkeersprofiel zal ontstaan doordat de verbindingsmogelijkheden, en de verkeersveiligheid, voor trage weggebruikers stijgt en het gemotoriseerd verkeer zal verminderen. Hetgeen ertoe zal leiden dat de Legrellestraat een minder druk verkeersbeeld zal kennen.
Uit de mobiliteitsstudie blijkt dat de restcapaciteit van de kruispunten omringende aan de Markt voldoende is, alsook de wachttijden aanvaardbaar zijn. Dit behoudens de Legrellestraat, dewelke een drukker verkeersbeeld kent. Gelet voorliggend het verkeersprofiel gestroomlijnd en verfijnd wordt, zal er een positief effect optreden voor de verkeersdrukte ter hoogte van de Legrellestraat waardoor de mobiliteitseffecten positief zijn.
Uit het geactualiseerde parkeeronderzoek van MINT van 2024 blijkt dat 74 parkeerplaatsen voor kortparkeren kunnen volstaan. Immers blijkt dat in de buurt van de Markt over het algemeen meer kort- en middelkort wordt geparkeerd, waardoor het gevestigde parkeerbeleid zijn nut lijkt te hebben. Uit de analyse blijkt dat 74 parkeerplaatsen over het algemeen voldoende zijn om de bestaande parkeervraag op reguliere dagen op de Markt op te vangen.
Voor zaterdag volstaat de extra parking achter het gemeentehuis om de tijdelijke verhoogde parkeerdruk op te vangen. Tijdens de markt op woensdag is er in de overige segmenten (omliggende straten) nog voldoende restcapaciteit beschikbaar op publieke parkeerplaatsen in de omliggende parkeersegmenten.
Het parkeeronderzoek toont aan dat de aanpassing aan de markt voldoende kan opgevangen worden door de reeds uitgevoerde centrumparkings (achter het gemeentehuis en op site Steylaerts). Deze parkings zijn gelegen onmiddellijk aan het projectgebied en vlakbij het handelscentrum.
De gevraagde wijziging komt zodoende de verkeersveiligheid ten goede.
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
De wijziging brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang.
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
In voorkomend geval palen de betrokken wegenissen evenwel niet aan een van de aangrenzende gemeenten, noch kan door voorliggende wijziging van de rooilijn redelijkerwijze enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
De aangevraagde wijziging komt de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruikers ten goede. Ook de voorziene herinrichting komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling voor toekomstige generaties waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden.
De actuele functie van de Dorpsstraat – Markt wordt bevestigd, doch waarbij diverse alternatieve doorsteken onmogelijk worden gemaakt. Het doorgaand gemotoriseerd verkeer wordt op deze as gecentreerd. Ten zuiden van deze verkeersdrager wordt een woonerfzone ingericht. Ook de groene centrale pleinfunctie wordt bevestigd en uitgebreid. De verkeersfunctie van het plein en de omliggende wegen wordt hierdoor maximaal verzoend met de overige functies van het plein (recreatie, cultuur, evenementen, …) en de omliggende gebouwen (woonfunctie, handelsfunctie).
Openbaar onderzoek
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd omtrent de aanvraag van 6 december 2024 tot en met 4 januari 2025. Er werden doorheen dit openbaar onderzoek twee identieke bezwaarschriften ontvangen, ingediend namens 31 bezwaarindieners.
Er werden een advies ontvangen met betrekking tot de zaak der gemeentewegen vanwege de provincie Antwerpen, dienst Integraal Waterbeleid op 31 januari 2025, waaruit blijkt dat de voorziene maatregelen ter afvoer van het hemelwater en de waterhuishouding van de wegenis voldoende zijn.
Daarnaast blijkt uit het advies van de Brandweerzone Rivierenland van 12 december 2024 dat geen bezwaar geuit wordt tegen de voorliggende aanvraag en aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet.
De overige ingediende adviezen hebben geen betrekking op het rooilijnplan of de zaak der gemeentewegen.
De gemeenteraad neemt kennis van de ingediende bezwaren en merkt op dat zij overeenkomstig artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit gehouden is om zich uit te spreken over de bezwaren die betrekking hebben op de ‘zaak van de wegen’. Het is de gemeenteraad niet toegelaten om uitspraak te doen over de elementen die raken aan de ruimtelijke ordening of aan een beoordeling over de vergunningsaanvraag.
De gemeenteraad neemt kennis van de ingediende bezwaren en behandeld deze, in zoverre deze betrekking hebben op haar bevoegdheid, als volgt:
1) Parkeerplaatsen
Bezwaarindieners vrezen voornamelijk dat er een groot aantal parkeerplaatsen zal verdwijnen op de Markt zelf, met een nefast gevolg voor de handel. Dit gezien het aantal parkeerplaatsen daalt van 151 publieke parkeerplaatsen naar 74 plaatsen op de Markt voor kortparkeren.
Vooreerst blijkt inderdaad dat de aanvraag voorziet in een verminderd aantal van parkeerplaatsen, doch dit met de nodige compenserende ingrepen. Zo bleek uit het parkeeronderzoek van 2018 dat de parkeerplaatsen veelvuldig door langparkeerders ingevuld werden, terwijl uit het geactualiseerde parkeeronderzoek van 2024 net blijkt dat het in het overgrote deel gaat om kortparkeerders.
De wijziging in het parkeerbeleid heeft zijn effect gehad, waarbij het ‘type’ van parkeren eerder verschoven is richting kort (30m) / middelkort (max 2u) parkeren – waardoor de totale capaciteit, zijnde het aantal parkeerders op een dag, toeneemt.
Uit de analyse van het geactualiseerde parkeeronderzoek blijkt dat 74 parkeerplaatsen over het algemeen voldoende zijn om de bestaande parkeervraag op reguliere dagen op de Markt op te vangen. Met uitzondering van woensdag (marktdag) schommelt deze tijdens de daguren rond 50%. ’s Avonds daalt de parkeerbezetting naar een grootteorde van 30%. Tijdens de markt is de parkeerbezetting ongeveer 68%.
Enkel worden er wel twee piekmomenten vastgesteld, zijnde zaterdagnamiddag en woensdagnamiddag, waarop de bezettingsgraad mogelijks overschreven wordt.
Echter zijn er in de buurt voldoende alternatieven aanwezig, zoals achter het gemeentehuis en op de publieke parkeerplaatsen in de omliggende parkeersegmenten (waaronder de Smidstraat en Daalstraat). Wat het administratieve centrum betreft (achter het gemeentehuis), wordt opgemerkt dat in de huidige – tijdelijke – situatie er 74 parkeerplaatsen beschikbaar zijn en dat er 93 definitieve parkeerplaatsen (vergunning werd definitief verleend op 11 april 2024) zullen komen. De parkeercapaciteit achter het gemeentehuis zal aldus nog toenemen.
Ook de Steylaerts-site, aangekocht door de gemeente, biedt alternatieven aangezien hierop 50 openbare parkeerplaatsen aanwezig zijn die behouden worden.
Het nog bijkomend voorzien van langparkeerplaatsen om hieraan verder tegemoet te komen, bleek omwille van de breedte van het openbaar domein niet haalbaar. Dit zou ten kosten van de gewenste fiets- en groenvoorzieningen gaan. Gelet op het feit dat langparkeerders geweerd zullen worden op de beschikbare parkeerplaatsen, wordt hier dus voorrang gegeven aan deze andere behoeften van algemeen belang (verkeersveiligheid, groene pleinfunctie), naast de parkeerbehoefte voor handelszaken. Dit betreft geen onredelijke afweging van de verschillende ruimtelijke behoeften.
Gelet op deze elementen, en gelet op het geactualiseerde parkeeronderzoek zoals gevoegd in het aanvraagdossier, blijkt dat de parkeerdruk aanvaardbaar is. Waarbij het voorziene aantal parkeerplaatsen, aandachtig de omringende openbare parkeermogelijkheden, voldoende is.
Het bezwaar kan om die reden niet worden gevolgd.
De overige bezwaarpunten in de bezwaarschriften (overeenstemming bestemmingsvoorschriften, saucissonering, strijdigheid ruimtelijke ordening) kunnen door de gemeenteraad niet behandeld worden, aangezien deze betrekking hebben op vergunningsaspecten waarvoor de vergunningverlenende overheid exclusief bevoegd is om zich over uit te spreken.
Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.
Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de wijziging van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.
De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze bezwaren en opmerkingen voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.
De gemeenteraad keurt de zaak van de wegen, met inbegrip van de ligging, breedte en uitrusting van de in de aanvraag met kenmerk OMV_2024136531 begrepen gemeentewegen, goed.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan zoals toegevoegd aan de vergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2024136531, en zoals opgesteld door Alaers & Partners van 24 juni 2022, goed.
In 2021 werd samen met de Woonzorgcentra van Berlaar ingeschreven voor het project van de Zorgzame Buurten. Uit dit project komt de nood aan een seniorenwerking in Berlaar Heikant naar boven.
Voorgesteld wordt om 1 dag per week (met uitzondering van juli en augustus) een buurtrestaurant te organiseren in Berlaar Heikant.
Dat buurtrestaurant zal gerund worden door de buurtwerker die aangenomen werd voor het project Zorgzame Buurt. In de namiddag zullen er kleine zaken georganiseerd worden waardoor er een mooi aanbod in Berlaar-Heikant zal ontstaan.
De werking zal doorgaan op dinsdag vanaf maart (met uitzondering van de maanden juli en augustus) in de gebouwen van Fanfare Willen is Kunnen.
De gemeente zal de huur op zich nemen en een huurovereenkomst met Willen is Kunnen hiervoor afsluiten.
De gemeenteraad keurt de huurovereenkomst met de fanfare Willen is Kunnen goed.
Sensibilisering en communicatie:
Parkeerplaatsen voor lichte vrachtwagens:
Waarschuwingsbeleid:
Werken aan huizen en dringende interventies:
Aanpassing van de openingsuren:
Afwezigheid van school:
Worden dan ook alle procedures die met het JAC te maken hebben concreet uitgelegd aan bovengenoemde doelgroepen? Op welke manier?
Communicatie en sensibilisering:
Er werd aan mij melding gemaakt rond de situatie van de beek in de Gasbakstraat. Enkele maanden geleden zijn de bouwpercelen naast de beek door de eigenaar afgemaaid, maar tot enkele meters van de beek is men gestopt gezien, volgens de eigenaar, dit deel in beheer zou zijn van Pidpa. De knotwilgen zijn recent ook afgeknot, maar verder is er niets gebeurd. De overwoekering van braamstruiken en onkruid trekt ratten aan en dit probleem breidt zich uit naar andere delen van de wijk. Daarom heb ik de volgende vragen:
Onderhoud:
Communicatie en samenwerking:
Tijdelijke verkeersregelingen moeten duidelijk worden aangegeven. Dat gebeurt soms echter (te) slordig. Deze opmerking begon te sluimeren naar aanleiding van de wegenwerken aan het fietspad in de Smidstraat (met onder meer de afboording aan de gracht- en aan de straatkant). De werf daar, die steeds opschoof naar mate de werken vorderden, werd te slordig aangeduid:
Ook de huidige tijdelijke verkeersregeling aan de kerk roept vragen op.
Vraag: wie houdt toezicht op zulke zaken ? Waarom wordt daar niet ingegrepen ?
Wanneer nieuwe wegsituaties voor het autoverkeer toegankelijk worden gemaakt, vereisen die veelal een alerte reactie van de autobestuurders. Een voorbeeld is de nieuwe situatie aan het kruispunt Doelstraat–Diamantstraat die – gelet op de daar toegelaten rijsnelheid – toch voor een ingrijpende wijziging zorgt: de verhoging voor wie uit de Diamantstraat komt of daarin rijdt.
Vraag: waarom is die nieuwe situatie niet aangeduid met een signalisatiebord ? Stop-signalisatie zou daar ook beter op z'n plaats zijn dan de huidige verkeersborden die vereisen dat voorrang wordt verleend. Zal dat aangepast worden ?
Ook Berlaar werd dinsdagochtend 11 februari verrast door sneeuwval. Het KMI had daarvoor niet gewaarschuwd, maar weersomstandigheden kunnen nu eenmaal verrassend zijn.
Dat nam niet weg dat al snel wegen, fiets- en voetpaden ijsvorming kenden en glad werden.
Vraag: werd er die ochtend ingegrepen door de gemeente door middel van zoutstrooi of ijsruiming ?
Er bestaat een scenario dat gevolgd wordt wanneer in de loop van de nacht gladheid wordt vastgesteld en een zoutstrooi en ijsruiming vereist is.
Vraag: welk gemeentelijk plan is er en treedt in werking in geval van niet voorspelde of zeer acute weersomstandigheden zoals plotse sneeuwval of wateroverlast ? In welk scenario voorziet dit plan ?
Context en historiek
De laatste weken vonden er enkele handhavingsacties van de politiezone Berlaar-Nijlen plaats, waarbij vooral inwoners met een lichte vrachtauto werden bekeurd. Dit stootte op groot ongenoegen bij de inwoners van Berlaar.
Het ongenoegen is begrijpelijk. Zo ontbreekt een duidelijke lijn in het parkeerbeleid van de gemeente Berlaar en is er zelfs sprake van bestuurlijke willekeur. Daarnaast werd er nooit duidelijk gecommuniceerd door de gemeente naar de burgers.
Men kan dan ook alleen maar vaststellen dat er geen draagvlak is voor de huidige parkeersituatie.
Onvolledige en gebrekkige communicatie
De gemeente heeft vervolgens geprobeerd om via haar website duidelijkheid te scheppen omtrent de parkeerregels.
“In Berlaar kan je op vele plekken parkeren naast de rijbaan. Let daarbij wel op, want in verschillende straten gelden er andere regels voor lichte vrachtwagens dan voor personenauto’s.
Je mag met een lichte vrachtwagen namelijk alleen parkeren in de straten die aangegeven worden met blauwe borden met een witte ‘P’ erop (de zogenaamde E9a-borden).
In 2021 werd het parkeerbeleid in een aantal straten aangepast. Omdat lichte vrachtwagens langs de rijbaan de zichtbaarheid kunnen belemmeren, werd er op bepaalde locaties een parkeerverbod voor lichte vracht ingevoerd. Die zones kan je herkennen door de E9b-borden. Ook dat zijn blauwe borden met de witte ‘P’, maar hier werd onder de ‘P’ een personenwagen toegevoegd. De parkeerzone is daardoor voorbehouden voor motorfietsen en personenwagens. Bestelwagens of vrachtwagens mogen op die plekken niet parkeren.
Je mag je lichte vrachtwagen steeds op je eigen oprit parkeren of langs de rijbaan op één van de volgende locaties:
- Bastijnstraat
- Liersesteenweg tussen huisnummer 132 en huisnummer 160
- Schoolstraat
- Sportcentrum Doelvelden (Welvaartstraat)
- Stationstraat
Moeten er werken of dergelijke uitgevoerd worden? Dan kan je steeds een signalisatievergunning aanvragen om voor een beperkte tijd een lichte vrachtauto voor je woning te laten plaatsen.”
Uit deze communicatie blijkt echter nogmaals het onvermogen van de gemeente om helder en volledig te communiceren met haar burgers.
Een eenvoudig nazicht leert dat de lijst met toegestane parkeerlocaties voor lichte vrachtauto’s onvolledig is. Zo kunnen lichte vrachtauto’s ook parkeren op onder meer:
Onduidelijk en tegenstrijdig
Het huidige parkeerbeleid wordt gekenmerkt door onduidelijkheden en tegenstrijdigheden:
Huidig “parkeerbeleid” zorgt dat er een vermoeden van willekeur heerst, hetgeen op onbegrip botst bij de bevolking.
Er zijn ook tegenstrijdige en foutief geplaatste parkeerborden terug te vinden in Berlaar.
Deze fouten maken naleving door inwoners moeilijk, tot onmogelijk.
Het zorgt voor een vermoeden van willekeur, hetgeen op onbegrip opwekt bij de bevolking.
Onrechtmatige verkeersborden
Daarnaast is vastgesteld dat verschillende parkeerborden niet conform de wettelijke voorschriften zijn. Volgens de regelgeving moeten parkeerborden bevestigd zijn op een oranje paal om goed zichtbaar te zijn voor bestuurders. Dit wordt in Berlaar niet overal correct toegepast.(Foto’s 6)
Mogelijke onrechtmatige parkeerboetes
Door de gebrekkige en tegenstrijdige signalisatie bestaat de mogelijkheid dat bepaalde parkeerboetes onrechtmatig zijn. Zo is het merendeel van de politierechters van oordeel dat die boetes ongedaan dienen gemaakt te worden omdat de betreffende verkeersborden niet correct geplaatst zijn.
Conclusie
De vastgestelde onduidelijkheden, tegenstrijdigheden en juridische tekortkomingen in de plaatsing van verkeersborden tonen aan dat er dringend behoefte is aan een transparant en juridisch correct parkeerbeleid in Berlaar. Dit is noodzakelijk om rechtszekerheid en correcte handhaving te garanderen.
Argumentatie:
Overwegende dat:
Regelgeving
BESLUIT: