Sinds 18 juni 2024 is de nieuwe GAS-wetgeving van kracht.
Een van de wijzigingen is dat de GAS-vaststellers niet meer op naam aangesteld moeten worden.
De noodzaak is aanwezig om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering via een gemeentelijke administratieve sanctie van overtredingen op de bepalingen van gemeentelijke reglementering de binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn.
Deze gewestelijke vaststellers mogen enkel binnen de omschreven bevoegdheid optreden.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°;
Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;
Het besluit van de gemeenteraad van 18 juni 2024 tot vaststelling van het gemeentelijk reglement betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De gewestelijke personeelsleden worden aangesteld als gewestelijk vaststeller voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de gemeente Berlaar voor de vaststelling van overtredingen op:
TITEL 2 – DE OPENBARE GEZONDHEID EN NETHEID
Hoofdstuk 1. Netheid van de openbare ruimte.
Afdeling 1. Algemeen verbod op het bevuilen van de openbare ruimte.
Artikel 7. Het is verboden ieder voorwerp of plaats in de openbare ruimte te bevuilen op gelijk welke manier (zoals o.a. het weggooien van verpakkingen van snoep, snacks, sigaretten, drank en andere versnaperingen, alsook allerlei papierafval, kauwgom, zakjes of sigarettenpeuken), door eigen toedoen of door toedoen van de personen, dieren of zaken waarop men toezicht of waarover men zeggenschap heeft. Met voorwerp of plaats wordt o.a. bedoeld:
1. ieder voorwerp van algemeen nut of ieder voorwerp voor de versiering van de openbare ruimte;
2. ieder onderdeel van het straatmeubilair;
3. galerijen en doorgangen op private grond die voor het publiek toegankelijk zijn;
4. openbare gebouwen en privé-eigendommen;
5. voertuigen van derden.
Afdeling 3. Hondenpoep
Artikel 10. De begeleiders van honden, met uitzondering van andersvaliden vergezeld van een geleidehond, zijn verplicht: - te beletten dat hun hond de openbare ruimte bevuilt met zijn uitwerpselen; - de uitwerpselen van hun hond onmiddellijk te verwijderen. - te beletten dat hun hond de gevels van gebouwen, straatmeubilair en speeltoestellen bevuilt De begeleiders, met uitzondering van andersvaliden vergezeld van een geleidehond, moeten steeds in het bezit zijn van voldoende zakjes voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier. Het zakje moet ertoe geschikt zijn en gesloten kunnen worden. Het zakje dient op het eerste verzoek te worden getoond aan de politie of een beëdigde aangestelde van de gemeente. Zowel het zijn/haar hond zich van zijn uitwerpselen laten ontdoen in de openbare ruimte zonder dit onmiddellijk op te ruimen, als het niet in bezit zijn van een ongebruikt geschikt zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen kan worden bestraft. De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting inzake het onderhouden en proper houden van de voetpaden en bermen.