Op de ministerraad van 20 mei 2022 hechtte de Vlaamse regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat het provinciedecreet en het decreet over het lokaal bestuur wijzigt. De wijziging beoogt een gelijkschakeling van de ontslagregeling van contractuele en statutaire personeelsleden tewerkgesteld bij lokale en provinciale besturen. Daarnaast worden de arbeidsrechtbanken en- hoven bevoegd gemaakt om de geschillen die voortvloeien uit de beëindiging van de statutaire hoedanigheid te behandelen.
Het heet dat voor de beëindiging van de hoedanigheid van het statutair personeelslid, titel I, hoofdstuk IV van de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van overeenkomstige toepassing is. De arbeidsrechtbanken zouden bevoegd worden voor geschillen over de beëindiging van de hoedanigheid van het statutair personeelslid. Tenslotte zou het ontslag van ambtswege als tuchtstraf worden geschrapt, maar de evaluatieverplichting van statutair personeel zou worden behouden.
hoe kijkt het bestuur naar volgende bedenkingen:
- De bescherming van statutaire personeelsleden wordt met dergelijk decreet ernstig verminderd.
- De reïntegratieplicht die het gevolg is van de vernietiging van de tuchtbeslissing tot ontslag van ambtswege lijkt te verdwijnen
- De Raad van State verliest nog maar eens een bevoegdheid
- Anders dan tegen arresten van de Raad van State kan tegen een vonnis van de Arbeidsrechtbank beroep worden aangetekend (langere i.p.v. kortere rechtszekerheid
onder andere VVSG becommentarieerd het voorontwerp van decreet. Welke houding zal onze gemeente aannemen?