Terug
Gepubliceerd op 17/11/2021

2021_GR_00136 - Vergunningsaanvragen, toelatingen en meldingen - Goedkeuring tracé en aanleg wegenis in omgevingsaanvraag OMG / SH / 0516 (OMV_2021032111) van Gemeentebestuur van Berlaar voor de aanleg van de Heestenweg als fietsstraat met gescheiden riolering - goedkeuring

Gemeenteraad
di 16/11/2021 - 20:00 Digitaal via Teams - live te volgen via YouTube
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Walter Horemans; Rudy Nuyens; Lies Ceulemans; Nadine Boekaerts; Ingeborg Van Hoof; Stefaan Lambrechts; Suzy Put; Jan Hendrickx; Willy Beullens; Koen Kerremans; Dirk Aras; Geert Fierens; Wim Kelber; Brend Van Ransbeeck; Hanne Cuypers; Guy Staes; Giel Van de Zande; Nathan Rijnders; Leen Vervoort; Miguel Vissers; Anja Neels, algemeen directeur

Verontschuldigd

Thomas Wellens

Secretaris

Anja Neels, algemeen directeur

Voorzitter

Walter Horemans

Stemming op het agendapunt

2021_GR_00136 - Vergunningsaanvragen, toelatingen en meldingen - Goedkeuring tracé en aanleg wegenis in omgevingsaanvraag OMG / SH / 0516 (OMV_2021032111) van Gemeentebestuur van Berlaar voor de aanleg van de Heestenweg als fietsstraat met gescheiden riolering - goedkeuring

Aanwezig

Walter Horemans, Rudy Nuyens, Lies Ceulemans, Nadine Boekaerts, Ingeborg Van Hoof, Stefaan Lambrechts, Suzy Put, Jan Hendrickx, Willy Beullens, Koen Kerremans, Dirk Aras, Geert Fierens, Wim Kelber, Brend Van Ransbeeck, Hanne Cuypers, Guy Staes, Giel Van de Zande, Nathan Rijnders, Leen Vervoort, Miguel Vissers, Anja Neels
Stemmen voor 12
Nadine Boekaerts, Ingeborg Van Hoof, Stefaan Lambrechts, Suzy Put, Jan Hendrickx, Willy Beullens, Guy Staes, Geert Fierens, Hanne Cuypers, Nathan Rijnders, Miguel Vissers, Walter Horemans
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 8
Rudy Nuyens, Lies Ceulemans, Koen Kerremans, Dirk Aras, Wim Kelber, Brend Van Ransbeeck, Giel Van de Zande, Leen Vervoort
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2021_GR_00136 - Vergunningsaanvragen, toelatingen en meldingen - Goedkeuring tracé en aanleg wegenis in omgevingsaanvraag OMG / SH / 0516 (OMV_2021032111) van Gemeentebestuur van Berlaar voor de aanleg van de Heestenweg als fietsstraat met gescheiden riolering - goedkeuring 2021_GR_00136 - Vergunningsaanvragen, toelatingen en meldingen - Goedkeuring tracé en aanleg wegenis in omgevingsaanvraag OMG / SH / 0516 (OMV_2021032111) van Gemeentebestuur van Berlaar voor de aanleg van de Heestenweg als fietsstraat met gescheiden riolering - goedkeuring

Motivering

Context en historiek

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend door de gemeente Berlaar zelf, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningsdecreet. Dit met volgende gegevens:

  • Projectnummer: OMV_2021032111
  • Gegevens van de aanvrager: gemeentebestuur van Berlaar, gevestigd te Markt 1 te 2590 Berlaar, ingeschreven in het KBO met nummer 0207.537.339
  • Ligging van het project: Heestenweg te 2590 Berlaar
  • Kadastrale gegevens: afdeling 1 sectie C nrs. 363A2, 363Z, 363W, 363N, 363X, 363S, 363T, 363V, 371W, 371D2, 371G2, 371C2, 371Y, 371F2, 371Z, 371H2, 371E2, 372T, 372X, 372V en 373K

 

De volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd teneinde de rijweg van de Heestenweg in te richten als fietsstraat in combinatie met de aanleg van een gescheiden riolering:

  • De sloop van kasseiverharding en wegaanhorigheden;
  • De aanleg van een nieuwe wegenis, voetpaden en parkeervakken;
  • Het vellen van een hoogstammige boom;
  • Slopen van een niet vrijstaande ééngezinswoning met bijgebouw, Melkouwensteenweg 120;
  • Het wind- en regendicht maken van de na de afbraak vrijgekomen zijgevel van de woning, Melkouwensteenweg 118.

 

De Heestenweg is een doodlopende gemeenteweg bestaande uit kasseiverharding, die 300m lang en 4,5m breed is.

 

Ter realisatie van een fietsostrade F104 met volwaardige fietsvoorzieningen tussen Lier en Aarschot, zal de Heestenweg worden heraangelegd als fietsstraat. Bijkomend zullen ook een gescheiden rioleringssysteem, voetpaden en parkeervakken worden aangelegd. Om deze plannen te kunnen realiseren dienen de rooilijnen van de Heestenweg verbreed te worden.

 

Het aanvraagdossier omvat een rooilijnplan voor de Heestenweg van landmeter-expert Johan Vaes van 18 maart 2021.

Argumentatie

  • Situering

 

Overeenkomstig artikel 12, §2 van het Decreet Gemeentewegen kan de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Dit op voorwaarde dat een rooilijnplan aan het aanvraagdossier wordt toegevoegd dat voldoet aan de vereisten zoals gesteld voor gemeentelijke rooilijnplannen.

 

De aanvrager maakt gebruik van deze geïntegreerde vergunningsprocedure om naast de stedenbouwkundige handelingen zoals hierboven opgesomd, ook de wijziging van de Heestenweg als gemeenteweg aan te vragen.

 

Het aanvraagdossier bevat hiertoe een rooilijnplan dat voldoet aan artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen en de actuele en toekomstige rooilijn omvat met een kadastrale tabel der getroffen percelen met weergave van de kadastrale gegevens van de getroffen percelen alsook hun eigenaars. Ook de waardevermindering van de gronden als gevolg van de wijziging van de Heestenweg wordt hierop weergegeven.

 

Zodoende voldoet het rooilijnplan aan de vereisten van het Decreet Gemeentewegen en is de voorwaarde om de geïntegreerde procedure te hanteren vervuld.

 

 

Vervolgens bepaalt artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over de wijziging van de gemeenteweg, hier de Heestenweg. Hetgeen impliceert dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.

 

Verwezen wordt hiervoor naar de principes en doelstellingen uit het Decreet Gemeentewegen die gelden voor iedere wijziging van gemeentewegen:

 

“Art. 3

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.”

 

“Art. 4

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”

 

Het is in het licht van deze principes en doelstellingen dat de beoogde wijziging zal worden onderzocht.

 

Tot slot geldt overeenkomstig artikel 32, §2 Omgevingsvergunningsdecreet dat een vergunning voor aanvragen met de wijziging van een gemeenteweg, slechts verleend kan worden na de goedkeuring van de wijziging van de gemeenteweg door de gemeenteraad.

De bevoegdheid van de gemeenteraad moet daarbij onderscheiden worden van deze van de vergunningverlenende overheid, hier het college van burgemeester en schepenen. Dit in die zin dat deze bevoegdheid zich beperkt tot hetgeen hierboven uiteen gezet is, zonder zich te kunnen uitspreken over de vergunningsaanvraag en -aspecten zelf.

De bezwaarschriften die betrekking hebben op de wijziging van de gemeenteweg, zullen gemotiveerd behandeld worden. Bezwaren die betrekking hebben op aspecten inzake de vergunningverlening, zullen door het college van burgemeester en schepenen als vergunningverlenende overheid behandeld dienen te worden.

 

 

  • Algemeen

 

De Heestenweg is momenteel een doodlopende gemeenteweg, bestaande uit een kasseiverharding met een lengte van 300m en een breedte van 4,5m. Een rooilijnplan werd hiervoor niet vastgesteld, zodat de actuele rooilijnen de feitelijke grenzen van deze gemeenteweg de actuele rooilijnen vormen.

 

Met de wijziging van de Heestenweg wordt een verbreding van de breedte van deze gemeenteweg beoogd, middels een verplaatsing van de rooilijnen. Dit wordt noodzakelijk geacht om de geplande wegenis- en rioleringswerken te kunnen uitvoeren. Enerzijds zal er een gescheiden rioleringsstelsel worden voorzien, met anderzijds de aanleg van een fietsstraat en voetpad met parkeervakken.

 

Reeds In 2001 heeft de provincie Antwerpen, in samenwerking met de gemeenten en steden, het Bovenlokaal functioneel Fietsroutenetwerk(hierna: BFF) uitgetekend in opdracht van de Vlaamse overheid.

 

Dit BFF is hiërarchisch opgebouwd uit drie soorten routes: 

  • fietsostrades;
  • bovenlokale routes;
  • alternatieve bovenlokale routes.

 

Fietsostrades vormen de ruggengraat van het netwerk. Zij staan voor vlot en comfortabel fietsen, ook over langere afstanden, veelal langs rechtlijnige infrastructuren. Fietsostrades kennen een zeer hoog ambitieniveau, waarbij de nood aan fietsvriendelijke en kwalitatieve fietsvoorzieningen hoog wordt ingeschat.  Daarnaast verbeteren zij ook de verkeersleefbaarheid. Deze verkeersleefbaarheid kan alleen maar bevorderd worden door aandacht te hebben voor de zachte weggebruikers, wat fietsers zijn.

 

De aanleg van een fietsstraat in de Heestenweg kadert in een globaal plan tot het realiseren van een fietsostrade tussen Lier en Aarschot. Deze fietsostrade F104 beantwoordt enerzijds aan de verwachtingen en noden die fietsers heden hebben en anderzijds aan de richtlijnen uit het Fietsvademecuum. Bijkomend wordt in één beweging de slechte staat van de Heestenweg aangepakt, alsook het gebrek aan gescheiden rioleringen verholpen. Hetgeen verklaart en verantwoordt waarom dit onderdeel van de voorziene F104 nu reeds wordt aangevraagd door de gemeente.

 

Het tracé tussen de Beatrijslaan in Lier en het station van Aarschot is momenteel niet ingericht als fietsostrade: 

  • Een aantal segmenten zijn nog niet uitgerust met degelijke infrastructuur
  • Op een aantal segmenten is de infrastructuur deels gerealiseerd, echter met gemengd verkeer
  • Op een aantal segmenten is de fietsinfrastructuur gerealiseerd maar niet volgens de kwaliteitseisen van een fietsostrade.

 

Het optimale tracé van de fietsostrade werd bepaald, waarbij de voorkeur voor dit onderdeel uitgaat naar de Heestenweg in Berlaar. Dit omdat de fietsostrade een westelijke ligging kent, waardoor de rechtlijnigheid omwille van de ligging naast een spoorlijn het best gevrijwaard blijft. Een oostelijke ligging voor dit gedeelte zou een dubbele kruising met de spoorweg betekenen, hetgeen niet aangewezen is. 

 

De Heestenweg is een kleine doodlopende zijstraat van de Melkouwensteenweg, die parallel loopt aan spoorlijn 16Lier-Aarschot. Het gaat om een smalle kasseiweg die momenteel doodloopt op een onverharde weg richting achterliggende velden.

 

De aanleg van een fiesstraat in de Heestenweg is een deelproject dat versneld uitgevoerd zal worden in combinatie met een rioleringsproject. Zo zal in opdracht van Pidpa een gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd waarbij alle woningen volledig zullen worden afgekoppeld. Bijkomend zullen ook diverse te saneren leidingen worden verplaatst en ondergronds gebracht en zal worden voorzien in de aanleg van openbare verlichting op straat.

 

De Heestenweg kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het Decreet Gemeentewegen. 

 

Teneinde de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen op haar grondgebied te vrijwaren en te verbeteren, en in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voorzien overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen, beoogt de gemeente Berlaar de heraanleg van de Heestenweg.

 

Tot slot wat de eventuele opname in het openbaar domein betreft, wordt door de aanvrager in de aankoop dan wel onteigening van de grondstroken binnen de nieuwe rooilijnen voorzien. Zodat de opname in het openbaar domein beoogd wordt, hetgeen ook aangewezen is. Het opleggen van een kosteloze grondafstand als last bij deze vergunning is niet mogelijk, gezien de grondstroken binnen de nieuwe rooilijnen in eigendom van de aangelande eigenaars zijn en dus niet de aanvrager.

 

 

  • Algemeen belang

 

Overeenkomstig art. 4, 1° Decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.

 

Voorliggend rooilijnplan voorziet een wijziging van de Heestenweg, middels verbreding van de bestaande rooilijnen. Het rooilijnplan strekt er bijgevolg toe om voldoende ruimte te creëren voor de beoogde riolerings- en wegenwerken.

 

Enerzijds zal een gescheiden rioleringsstelsel voorzien worden, met gescheiden afvoer van regenwater (RWA) en afvalwater (DWA). Anderzijds zal een nieuwe fietsstraat worden aangelegd die voldoet aan de richtlijnen voor fietsvoorzieningen. Deze werken strekken duidelijk tot het algemeen belang. Ook zullen deze werken de Heestenweg voor iedere weggebruiker veiliger te maken, in het bijzonder de trage weggebruikers.

 

Aldus staat de beoogde wijziging ten dienste van het algemeen belang.

 

Bovendien wordt de Heestenweg ingericht als fietsostrade om ingeschakeld te worden in de F104. Samen met deze werken zal een gescheiden rioleringsstelsel worden aangelegd. De vermelde werken zijn niet mogelijk binnen de huidige rooilijnen. Zodoende dient de bestaande wegenis te worden gewijzigd waarbij de wegenis dient te worden verbreed opdat o.m. in een veilige fietsinfrastructuur kan worden voorzien.

 

De Heestenweg is een openbare weg, bestemd tot het gebruik van allen. Hoofddoel van de ontworpen rooilijn bestaat aldus in de heraanleg van de Heestenweg als een veilige fietsstraat, waardoor de verkeersveiligheid aanzienlijk wordt verhoogd. Dit vormt bij uitstek een wijziging ten dienste van het algemeen belang.

 

 

  • Uitzonderingskarakter wijziging

 

Overeenkomstig art. 4, 2° Decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.

 

Blijkens de memorie van toelichting bij het Decreet Gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.

 

Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.

 

In voorliggend geval moet echter worden vastgesteld dat de Heestenweg bezwaarlijk als trage weg kan worden beschouwd. Bovendien wordt deze wegenis niet verplaatst, noch opgeheven. Integendeel, voorliggend rooilijnplan strekt ertoe een verbetering aan de weg door te voeren, middels de inrichting als fietsstraat. 

 

Zodat de voorgenomen wijziging verantwoord is.

 

 

  • Verkeersveiligheid

 

Overeenkomstig artikel 4, 3° van het Gemeentewegendecreet dient bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid in aanmerking te worden genomen.

 

Betreffende de verkeersveiligheid wordt verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’. 

 

Hieruit is reeds gebleken dat voorliggend rooilijnplan de herinrichting van de Heestenweg mogelijk moet maken en bijdraagt tot de verkeersveiligheid en -leefbaarheid. Dit met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de fietsers.

 

 

  • Ontsluiting aangrenzende percelen

 

Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.

 

De verbreding van de rooilijnen brengt voor geen enkel perceel de ontsluiting naar het openbaar domein in het gedrang.

 

 

  • Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

 

Overeenkomstig artikel 4, 4° van het Gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.

 

Op termijn zal de fietsstraat worden verlengd als fietssnelweg op grondgebied van de gemeente Heist-op-den-Berg. De fietsstraat zal onderdeel uitmaken van een fietsostrade die loopt tussen de stad Lier en stad Aarschot.

 

 

  • Actuele functie – toekomstige generaties

 

Overeenkomstig artikel 4, 5° van het Gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.

 

Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.

 

De verbreding van de rooilijnen van de Heestenweg is in functie van de herinrichting van de wegenis met bijzondere aandacht voor de veiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker. Dit komt tegemoet aan een duurzame ontwikkeling voor toekomstige generaties waarbij verplaatsingen per fiets en te voet gestimuleerd worden.

 

Deze maatregelen dragen bij aan een modal-shift ten voordele van voetgangers en fietsers en het minder gebruik van de auto. Dit alles draagt bij aan minder luchtverontreiniging en een gezondere verplaatsingswijze.

 

De actuele functie van de Heestenweg als ontsluitingsweg voor de aanwezige woningen, komt hierdoor niet in het gedrang. Door de gekozen inrichting als fietsstraat worden beide functies met elkaar verzoend.

 

 

Openbaar onderzoek

 

Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd omtrent de aanvraag. Doorheen dit openbaar onderzoek werden volgende bezwaarschriften en/of adviezen ontvangen:

 

  • De NMBS (ontvangen 3 september 2021)
  • Infrabel (ontvangen 17 september 2021)
  • Jozef en Simone De Ryck (ontvangen 29 september 2021)
  • Vicky Huysmans en Elke Dekort (ontvangen 29 september 2021)
  • Wim Verbeeck en Ann Schoeters (ontvangen 29 september 2021)
  • Jan en Annie Vercammen (ontvangen 29 september 2021)
  • Ann-Lize Weuts (ontvangen 29 september 2021)
  • José Segers (ontvangen 29 september 2021)
  • Jos Geerts (ontvangen 29 september 2021)
  • Provincie Antwerpen, Dienst Integraal Waterbeleid (ontvangen 18 oktober 2021)
  • Departement Landbouw & Visserij (ontvangen 20 oktober 2021)

 

Het advies van het Departement Landbouw & Visserij van de Vlaamse overheid heeft betrekking op de bestemmingsconformiteit van de werken voor het beperkte deel in agrarisch gebied. De beoordeling hiervan komt aan de vergunningverlenende overheid toe.

 

Het advies van de provinciale Dienst Integraal Waterbeleid is gunstig, waarbij geen significante negatieve effecten op het watersysteem worden verwacht. De afwatering en waterzuivering maken deel uit van de uitrusting van de weg en dus bevoegdheid van de gemeenteraad. Het project paalt niet rechtstreeks aan een waterloop, doch watert af naar drie waterlopen van tweede categorie. Uit het gunstig advies blijkt dat voor deze afwatering geen negatieve effecten worden verwacht. Tot slot wordt net de aanleg van een gescheiden afvoer van afvalwater en regenwater voorzien met deze aanvraag, hetgeen een verbetering inzake waterzuivering zal vormen. De overige elementen van de watertoets komen aan de vergunningverlenende overheid toe.

 

Tot slot is ook het advies van Infrabel gunstig. De voorwaarde heeft betrekking op een onderdeel dat buiten het projectgebied van de aanvraag valt en de toekomstige aansluiting en inschakeling van dit onderdeel in de F104 betreft.

 

De overige bezwaarschriften zijn identiek en kunnen als het volgende volgt worden samengevat en beoordeeld:

 

1) De aanvraag kan niet op grond van het Decreet Gemeentewegen worden goedgekeurd.

 

Bezwaarindieners menen dat het Decreet Gemeentewegen niet kan worden toegepast op deze procedure en verwijzen hiervoor naar de artikelen 6 en 12.

 

Artikel 6, §1 stelt:

 

De gemeenten nemen bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentelijke wegen de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, in acht. Ze kunnen die doelstellingen en principes binnen het decretale kader verfijnen, concretiseren en aanvullen in een gemeentelijk beleidskader. Dat gemeentelijk beleidskader omvat een visie en operationele beleidskeuzes voor de gewenste ruimtelijke structuur van het gemeentelijk wegennet. Het omvat minstens ook een afwegingskader voor wijzigingen aan het netwerk van gemeentewegen. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen over de inhoud van een beleidskader.

 

De gemeente kan in het gemeentelijk beleidskader verschillende categorieën van gemeentewegen onderscheiden.”

 

Artikel 12, §2 Gemeentewegendecreet stelt:

 

§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.

 

Bezwaarindieners menen dat de keuze voor het aanleggen van een fietsstraat en gescheiden rioleringsstelsel niet afkomstig is zou uitgaan van de gemeente, maar in opdracht van het Vlaams Gewest of de provincie wordt uitgevoerd. De rol van de gemeente zou slechts beperkt blijven tot het formuleren van opmerkingen, aandachtspunten en inzichten over het door de provincie voorgestane voorkeurstracé. De beslissing zou volgens bezwaarindieners niet bij de gemeente zelf liggen. De fietsostrade F104 dient gelet hierop in zijn geheel te moeten worden ontworpen en vergund op grond van het Gewestelijk Rooilijndecreet dd. 08 mei 2009. De aanvraag strekt niet tot de aanleg van een veilig wegennet op lokaal niveau, maar tot de aanleg van een gewestweg.

 

De argumentatie van bezwaarindieners kan niet worden gevolgd.

 

Of het Decreet Gemeentewegen dan wel het Gewestelijk Rooilijnendecreet van toepassing is, hangt evident af van het voorwerp van de wijziging en dus de vraag of een gemeenteweg dan wel een gewestweg wordt gewijzigd. Waarbij de bevoegdheid van de gemeenteraad beperkt is tot de gemeentewegen.

 

Artikel 3 van het Rooilijnendecreet bepaalt:

 

“De rooilijnplannen, vermeld in dit decreet, hebben betrekking op de gewestelijke rooilijnplannen voor de gewestwegen, met uitzondering van de autosnelwegen in de zin van de wet van 12 juli 1956 tot vaststelling van het statuut der autosnelwegen.

Dit decreet is niet van toepassing op de gemeentewegen. De rooilijnplannen voor die gemeentewegen worden vastgesteld met toepassing van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.”

 

Terwijl artikel 2, 6° van het Decreet Gemeentewegen een gemeenteweg definieert als volgt:

 

“6° gemeenteweg: een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond;”

 

Dat de Heestenweg een openbare weg vormt, wordt niet betwist. Bijkomend staat de Heestenweg reeds jaar en dat onder het rechtstreeks en onmiddellijk beheer van de gemeente, zodat het een gemeenteweg betreft. Deze beperkte doodlopende straat kwalificeert geenszins als een gewestweg, waarvoor het Vlaams Gewest als bevoegde webeheerder een rooilijnplan zou dienen vast te stellen.

 

Ook het gemeentelijk mobiliteitsplan duidt de Heestenweg aan als lokale weg type 3.

 

Dat de beoogde aanvraag en wijziging kadert binnen een gemeentelijk, provinciaal en mogelijks zelfs Vlaams beleid inzake mobiliteit, doet hieraan geen enkele afbreuk. Noch is vereist dat een gemeentelijke beslissing hieraan ten grondslag zou liggen.

 

Determinerend voor de toepassing van het Decreet Gemeentewegen of het Gewestelijk Rooilijnendecreet is enkel en alleen de vraag of het voorwerp van de wijziging een gemeenteweg dan wel een gewestweg betreft. Met een exclusieve en autonome bevoegdheid in hoofde van de gemeenteraad voor wat de gemeentewegen betreft.

 

Dit geldt overigens ongeacht welke overheid (gemeente, provincie of Vlaams Gewest) de vergunningsaanvraag indient of als vergunningverlenende overheid beoordeelt, waarbij de bevoegdheid van de gemeenteraad speelt indien hierin een wijziging van een gemeenteweg begrepen is. Dit is hier het geval.

 

Tot slot was het weldegelijk de gemeente die vragen partij was om dit gedeelte van de voorziene fietsostrade te combineren met een gemeentelijk riolerings- en herinrichtingsdossier voor de Heestenweg.

 

Zodoende is de gemeenteraad weldegelijk als enige bevoegd om de verzochte wijziging te beoordelen.

 

Voor zover bezwaarindieners terloops opmerken dat onduidelijk is of de aanvraag past in de realisering van de bestemming, komt het aan de vergunningverlenende overheid toe om te beoordelen of de aanvraag in overeenstemming is of kan worden gebracht met de geldende bestemmingsvoorschriften.

 

Het bezwaar kan niet worden bijgetreden.

 

 

2) Aanvraag is in strijd met artikel 1.1.4 VCRO.

 

Artikel 1.1.4 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt:

 

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.”

 

Bezwaarindieners werpen op dat de aanvraag afwijkt van de richtlijnen uit het vademecum fietsvoorzieningen, hetgeen niet verantwoord zou zijn in het licht van de doelstellingen uit artikel 1.1.1 VCRO.

 

Voor zover het bezwaar de verkozen breedte van de rooilijnen en gewijzigde Heestenweg, alsook westelijke de ligging van de fietsostrade betreft, komt het behandelen hiervan als onderdeel van de breedte en ligging aan de gemeenteraad toe.

 

Om te komen tot kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur in heel Vlaanderen, formuleerde de Vlaamse overheid richtlijnen voor allerlei fietsvoorzieningen. Die richtlijnen vormen het Vademecum voor Fietsvoorzieningen (hierna Fietsvademecum).

 

Het bevat onder andere uniforme normen en afspraken over de vormgeving van fietsinfrastructuur. Die houden rekening met de functie van de weg, de intensiteiten en snelheid van gemotoriseerd verkeer en de verwachte intensiteiten van het fietsverkeer.

 

Het Fietsvademecum bevat aanbevelingen en minimumeisen. Het is mogelijk om van het Fietsvademecum af te wijken, zolang dit op gemotiveerde en verantwoorde wijze geschiedt.

 

In de verantwoordingsnota is een duidelijke motivatie terug te vinden, waarom er van de richtlijnen vermeld in het Fietsvademecum wordt afgeweken. Hetgeen enerzijds is ingegeven door de beschikbare ruimte tot aan de woningen vooraan in de Heestenweg (11,90 meter en zelfs 10,90 meter tot aan de gevels) en anderzijds de belangen en eigendomsrechten van de aanpalende eigenaars. Gezien het bezwaar en integrale toepassing van het Fietsvademecum zou neerkomen op een bredere bedding voor de Heestenweg met net meer grondinnames tot gevolg.

 

Aldus werd weldegelijk een afweging doorgevoerd, zoals ook voorgeschreven door artikel 4, 5° van het Decreet Gemeentewegen dat voor beslissingen over gemeentewegen een eigen belangenafweging voorschrijft. Zowel de actuele als toekomstige functie werden in rekening gehouden, om tot een meest geschikt ontwerp voor dit tracégedeelte te komen. Dit zonder dat de afwijkingen op onverantwoorde wijze afbreuk zouden doen aan een verkeersveilig concept, zowel voor de bewoners als trage weggebruikers.

 

Zo zijn de afwijkingen noodzakelijk om parkeren in de Heestenweg te kunnen behouden. Hiermee wordt vermeden dat wagens bij regelmaat deels of volledig op de rijbaan zullen staan, hetgeen bij de inrichting van een fietsostrade absoluut te vermijden is.  Zo werd de veiligheidsafstand tot de spoorlijn vastgelegd op 3,5 meter, de veiligheidsafstand tussen omheining en fietsostrade 75 cm (i.p.v. 1 meter), de verhardingsoppervlakte van de fietsostrade 4 meter (i.p.v. 4,5 meter), de veiligheidsafstand tot de parkings 40 cm (i.p.v. 50 centimeter). Indien de richtlijnen van het Fietsvademecum zouden zijn gevolgd, dan was het onmogelijk geweest om te parkeren in de Heestenweg.

 

In totaal worden in de Heestenweg tweeëntwintig parkeermogelijkheden voorzien. Dit komt gemiddeld neer op één parkeerplaats per eigenaar. Door het gebrek aan beschikbare ruimte vormen de parkeermogelijkheden een geheel met het voetpad. Dit heeft bijkomend ook een voordeel, omdat wanneer er geen voertuigen geparkeerd staan, deze ruimte vrijkomt voor de voetgangers.

 

De verkozen breedte vrijwaart bijgevolg enerzijds alle veiligheidsvoorschriften, met anderzijds een minder grootte impact op de aanpalende eigenaars als gevolg van de rooilijnwijziging. Waarbij weldegelijk een voldoende brede verharding wordt gerealiseerd (4m voor fietsostrade).

 

Ook worden kantstroken voorzien, naast een strook voor de parkeerplaatsen en het voetpad met groenvoorzieningen (3m). De verkozen rooilijnbreedte is bijgevolg verantwoord en noodzakelijk. De afwijkingen doen geen afbreuk aan de verkeersveiligheid voor fietsers én bewoners.

 

Vervolgens  wat de verkozen ligging betreft, vormt de rechtlijnigheid van een fietsostrade een belangrijk uitgangspunt. Waarbij het voorliggende tracégedeelte in de toekomst ingepast wordt in het volledige tracé voor de F104. De oostelijke ligging zou impliceren dat het doorgaande fietsersverkeer tweemaal de spoorweg dient te kruisen, hetgeen te vermijden is.

 

Tot slot wat de impact op mobiliteit betreft, zal het gemotoriseerd verkeer door de herinrichting niet toenemen. Waarbij het gekozen concept (fietsstraat) een verbreding impliceert, zodat dit bestemmingsverkeer op verkeersveilige wijze gecombineerd kan worden met de toekomstige inrichting als fietsostrade.

 

Het bezwaar kan niet worden bijgetreden.

 

 

3) Aanvraag is in strijd met de goede ruimtelijke ordening.

 

Artikel 4.3.1, §1, 1°, d stelt:

 

“§ 1. Een vergunning wordt geweigerd :

1° als het aangevraagde onverenigbaar is met: 

d) een goede ruimtelijke ordening.”

 

Bezwaarindieners stellen dat de aanvraag omwille van meerdere redenen in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Dit voornamelijk op het vlak van de aspecten mobiliteit, gebruiksgenot, hinder en veiligheid.

 

Het komt niet aan de gemeenteraad toe om zich uit te spreken over het al dan niet verenigbaar karakter van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening. Enkel de impact op mobiliteit maakt deel uit van de zaak der wegen, hetgeen hierboven werd behandeld.

 

De gemeenteraad kan enkel uitspraak doen over de zaak van wegen, zonder zich over de vergunningsaspecten te mogen buigen.

 

Deze bezwaren dienen door de vergunningverlenende overheid te worden behandeld.

 

Wetgeving

Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019, in het bijzonder artikel 12, §2 dat voorziet dat de wijziging van een gemeenteweg met toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet opgenomen kan worden in een vergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen.

Het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31, §1 dat voorziet dat de gemeenteraad beslist over de wijziging van een gemeenteweg en zich uitspreekt over de ligging, breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en de eventuele opname in het openbaar domein.

 

Bevoegdheid

 

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 31 van het Omgevingsvergunningsdecreet als zijnde een uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehouden bevoegdheid in de zin van artikel 41, 9° van het Decreet Lokaal Bestuur.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 41 9° van het Decreet Lokaal Bestuur (besluit GR - via andere wetgeving - geen delegatie naar CBS mogelijk)
<p>De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt. Dit is overeenkomstig artikel 41 9&deg; van het Decreet Lokaal Bestuur.</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze bezwaren en opmerkingen voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de wijziging van de Heestenweg en haar ligging, breedte en uitrusting goed. 

Artikel 3

De gemeenteraad keurt het rooilijnplan voor de wijziging van de Heestenweg goed.