Terug
Gepubliceerd op 09/11/2020

2020_COMIGS_00005 - Organisatie en participatie aan samenwerkingsverbanden - IVAREM - Verlenging intergemeentelijk samenwerkingsverband - goedkeuring

Commissie Intergemeentelijke Samenwerking
wo 28/10/2020 - 20:00 Digitale vergadering via Teams
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Geert Fierens, Lies Ceulemans, Thomas Wellens, Brend Van Ransbeeck, Guy Staes, Giel Van de Zande, Nathan Rijnders, Wendy Budts, Stefaan Lambrechts, Wim Kelber, Nadine Boekaerts, Walter Horemans, Suzy Put, Ingeborg  Van Hoof, Jan  Hendrickx, Willy Beullens, Hanne Cuypers, Anja Neels

Verontschuldigd

Leen Vervoort, Julie Cools

Secretaris

Wendy Budts

Voorzitter

Geert Fierens
2020_COMIGS_00005 - Organisatie en participatie aan samenwerkingsverbanden - IVAREM - Verlenging intergemeentelijk samenwerkingsverband - goedkeuring 2020_COMIGS_00005 - Organisatie en participatie aan samenwerkingsverbanden - IVAREM - Verlenging intergemeentelijk samenwerkingsverband - goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0002

Argumentatie

De verlenging van de deelname aan IVAREM is geagendeerd op de bijzondere algemene vergadering van IVAREM van 18 december 2020;

Artikel 423 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraadsbeslissing over de verlenging van de intergemeentelijke samenwerking is gebaseerd op een onderzoek, in voorkomend geval op basis van een vergelijkend onderzoek als er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden;

De verdere deelname van de gemeente aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband IVAREM is niet onderworpen aan de wetgeving overheidsopdrachten vermits is voldaan aan de voorwaarden van art. 30 en 31 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 betreffende het ‘in house’-principe, wat betekent dat de gemeente geen overheidsopdracht dient uit te schrijven voor de taken die ze aan IVAREM wil overdragen;

Aangezien naast intergemeentelijke samenwerking, uitvoering in eigen beheer door de gemeente en uitbesteding door de gemeente of een combinatie van beide mogelijke beheersvormen zijn;

Aangezien de gemeente niet beschikt over het nodige uitvoerend en ondersteunend personeel, de nodige infrastructuur en het nodige materieel om de taken betreffende huishoudelijk afvalbeheer al dan niet volledig in eigen beheer uit te voeren en het niet mogelijk is die middelen op korte termijn te verwerven;

Aangezien de gemeente niet beschikt over voldoende (dienaangaande deskundig) personeel om de verschillende taken van afvalbeheer die zij niet in eigen beheer uitvoert uit te besteden en op te volgen en dat de privaatrechtelijke operatoren niet voor alle taken een gepast vervangend aanbod kunnen leveren;

Aangezien bij een uitbesteding door de gemeente ook de verborgen indirecte gemeentelijke kosten zoals die voor aanbesteding, opvolging, bestuurskosten, algemene overhead en dergelijke in rekening dienen te worden gebracht;

Aangezien uit internationaal onderzoek (zie studie VVSG) blijkt dat er geen aantoonbaar bewijs is dat uitbesteding van het afvalbeheer leidt tot mogelijke kostenbesparingen en dat uitbesteding op langere termijn, door stelselmatige verhoging van de prijzen en een feitelijke verschraling van de markt (gebrek aan mededinging), uiteindelijk meestal duurder uitvalt dan (inter)gemeentelijk beheer en meer kopzorgen oplevert dan het waard is; 

Aangezien internationaal (UNEP) intergemeentelijke samenwerking als één van de instrumenten naar voor wordt geschoven om voldoende draagkracht te creëren voor een effectief en efficiënt afvalbeleid;

Aangezien uit internationaal onderzoek (zie studie VVSG) blijkt dat er wel een duidelijk aantoonbaar verband is tussen intergemeentelijke samenwerking en mogelijke kostenbesparingen; 

Aangezien intergemeentelijke samenwerking op het vlak van afvalbeheer de volgende voordelen biedt voor de deelnemende gemeenten:

  • Schaalvoordelen en mogelijkheden tot gemeentegrensoverschrijdende werking voor operationele taken (inzameling, overslag en transport en verwerking, zowel in eigen beheer door het intergemeentelijk samenwerkingsverband als bij uitbesteding door het intergemeentelijk samenwerkingsverband), wat leidt tot lagere kosten (directe en indirecte) voor de gemeente en een betere dienstverlening naar de gezinnen en wat toelaat nieuwe initiatieven te ontwikkelen.
  • Afstemming van het beleid, zowel wat betreft de dienstverlening als wat betreft het flankerend beleid (reglementering (acceptatiecriteria), tarieven, communicatie ...), waardoor het draagvlak bij de bevolking wordt versterkt en ‘afvaltoerisme’ wordt tegengegaan.
  • Bundelen van en behoud van de nodige expertise (afvalbeleid, afvalwetgeving, operationele kennis, technische kennis, marktkennis, afvalcommunicatie …), wat niet haalbaar is voor de individuele deelnemende gemeenten. 
  • Het bereiken van gezamenlijke standpunten, wat toelaat de belangen van de lokale besturen beter te verdedigen op andere beleidsniveaus, in de relatie met de beheersorganismen voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Fost Plus, Recupel, Bebat …) en in de relatie met private operatoren (inzamelaars en verwerkers); 

Aangezien 83 % van de bevolking van Vlaanderen (81 % in centrumsteden) tevreden is over de dienstverlening inzake huishoudelijk afval (gemeente- en stadsmonitor 2017) die voor 296 van de 300 gemeenten in Vlaanderen wordt verzorgd door een intergemeentelijk samenwerkingsverband;

 Aangezien uittreding uit IVAREM en toetreding tot een ander intergemeentelijk samenwerkingsverband voor afvalbeheer ook een mogelijke beheersvorm is;

Artikel 420 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraadsbeslissing over de toetreding tot een (ander) intergemeentelijk samenwerkingsverband (voor afvalbeheer) eveneens is gebaseerd op een onderzoek, in voorkomend geval op basis van een vergelijkend onderzoek als er zich verschillende beheersvormen reëel aanbieden;

Aangezien het vergelijken van de door de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aangerekende werkingsbijdragen zeer moeilijk is:

  • Het aanbod van de diensten kan sterk verschillen:
  • Alles of niets
  • Een verplicht basispakket met bijkomende opties
  • Een vrij te kiezen menu
  • De invulling van de overgedragen taken kan sterk verschillen van samenwerkingsverband tot samenwerkingsverband
  • Communicatie en afvalpreventie kunnen beperkt of ruim worden ingevuld
  • De scholenwerking wordt beperkt of ruim ingevuld
  • De inzameling van kleine, herbruikbare goederen kan beperkt of ruim operationeel en financieel worden ondersteund
  • Glas kan met bovengrondse glasbollen worden ingezameld, met ondergrondse of aan huis
  • Een recyclagepark kan sober worden ingericht of op een comfortabele wijze en de openingsuren en bezetting kunnen beperkt zijn of ruim
  • Restafval kan worden ingezameld in gezinscontainers (DIFTAR) of in zakken
  • Papier en karton kan worden ingezameld in dozen/samengebonden of in containers
  • De intergemeentelijke inzameling op afroep kan beperkt zijn of ruim
  • De toewijzing van kosten aan de verschillende deelopdrachten kan sterk verschillen
  • Zitten de kosten voor de infolijn bij DIFTAR, bij selectieve inzamelingen of bij communicatie?
  • Wordt overslag en transport apart aangerekend of is het een onderdeel van inzamelen of van verwerking?
  • De niet-directe kosten kunnen op zeer verschillende wijze arbitrair worden toegewezen aan de verschillende afvalbeheerstaken. Of apart worden aangerekend
  • De kenmerken van de verschillende werkingsgebieden (bevolking, logistiek, regionale afvalmarkt, regionale arbeidsmarkt …) verschillen sterk waardoor ook de kosten verschillen, ongeacht de werking van het samenwerkingsverband. 
  • De door het samenwerkingsverband aan de gezinnen direct aangerekende kosten worden op verschillende wijze in rekening gebracht in de werkingsbijdragen van de gemeenten: ofwel worden die aangerekende kosten in mindering gebracht en worden enkel de nettokosten aangerekend aan de gemeente, ofwel worden de aangerekende kosten doorgestort aan de gemeente en worden de brutokosten verrekend in de werkingsbijdragen.
  • De historiek van de samenwerkingsverbanden is verschillend:
  • Samenwerkingsverbanden die al langer activiteiten in eigen beheer uitvoeren, beschikken meestal over afgeschreven activa en hebben dus minder afschrijvingskosten. Ze hebben meestal ook hun operationele kinderziekten overwonnen waardoor de kostenefficiëntie hoger is. 
  • Het ene samenwerkingsverband heeft meer eigen vermogen kunnen opbouwen dan het andere waardoor de financieringskosten lager liggen.
  • Sommige samenwerkingsverbanden hebben infrastructuur gratis overgenomen van de gemeenten (bestaand recyclagepark) en andere hebben ze zelf ontworpen en gebouwd.

Aangezien de toetreding tot een andere intercommunale voor afvalbeheer ingaat tegen de beleidsdoelstellingen van de Vlaamse Regering om te komen tot homogene regio’s voor meerdere beleidsaangelegenheden (vaste regio-omschrijving); 

In het Vlaams regeerakkoord wordt rond het thema Binnenlands bestuur en stedenbeleid ingezet op Regiovorming. De samenwerking van gemeenten binnen IVAREM komt grotendeels overeen met de regionale samenwerking in Rivierenland.

Aangezien in het Uitvoeringsplan intercommunale restafvaldoelstellingen zijn bepaald door het Vlaams Gewest op basis van de huidige intergemeentelijke samenwerkingsverbanden; 

Aangezien de samenwerking met de verschillende beheersorganismen voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid contractueel langs de huidige intergemeentelijke samenwerkingsverbanden is geregeld; 

Aangezien, gelet op de relevante verschillen in beleid en dienstverlening, de toetreding tot een ander intergemeentelijk samenwerkingsverband een grote impact zou hebben op de dienstverlening aan de gezinnen en aan de gemeente; 

 Aangezien de toetreding tot een ander, in de praktijk groter, intergemeentelijk samenwerkingsverband het relatieve aandeel en de zeggenschap en vertegenwoordiging van de gemeente zou verminderen;

Aangezien de ontzorging die IVAREM biedt niet in gelijke mate wordt geleverd door andere samenwerkingsverbanden (vooral innen contantbelastingen) waardoor bepaalde taken terug door de gemeente zelf zouden moeten uitgevoerd worden; 

Aangezien de uittreding uit IVAREM en de toetreding tot een ander intergemeentelijk samenwerkingsverband aanzienlijke transactiekosten met zich zou meebrengen:

  • Overname infrastructuur (indien gewenst/mogelijk) en personeel (verplichte artikelen 17 en
     48 statuten).
  • Naleven contractuele verbintenissen (artikel 6 statuten, artikel 423 DLB, vierde lid).
  • Toetredingskosten (aandelen plus eventueel instappremie); 

Er is een gunstige evaluatie van de werking van IVAREM in de voorbije periode:

  • De afvalcijfers van de IVAREM-gemeenten zijn sterk verbeterd (daling restafval).
  • De dienstverlening naar de bevolking en de gemeente is sterk uitgebreid en de kwaliteit is verbeterd.
  • De kosten zijn onder controle en IVAREM is financieel gezond;

Er is een goede staat van de materiele vaste activa van IVAREM:

  • Een recent kantoorgebouw met huisvesting voor de inzameldienst in Muizen.
  • Een goed onderhouden voorbehandelingsinstallatie in Geel.
  • Goed uitgeruste recyclageparken.
  • Nieuwe, conische vulsluizen op de ondergrondse containers.
  • Een jong wagenpark;

 Er is een grote mate van ‘ontzorging’ van de gemeente door IVAREM voor haar taken in uitvoering van haar zorgplicht voor huishoudelijk afval en voor het innen van de afvalbelastingen (art. 26 Materialendecreet);

Aangezien de door IVAREM geïnde contantbelastingen ongeveer 80 % van de kosten voor huishoudelijk afvalbeheer dekken, zodat slechts ongeveer 20 % dient te worden gedekt vanuit de algemene middelen van de gemeente, waardoor die algemene middelen in hogere mate kunnen worden besteed aan andere maatschappelijke noden;

De visie van IVAREM betreft een evenwichtige verdeling (minimaal 30 %, maximaal 70 %) tussen uitvoering in eigen beheer en uitbesteden die IVAREM verplicht om aandacht te besteden aan haar kostenefficiëntie en de private dienstverleners verplicht om aandacht te besteden aan de kwaliteit van hun dienstverlening; 

Het goedgekeurde ondernemingsplan 2019-2024 van IVAREM;

Uit de financiële meerjarenplanning van IVAREM voor de gemeentelijke bijdragen blijkt dat meerdere bijdragen de komende jaren dalen (restafval met 15 EUR per gezin door het wegvallen van afschrijvingen van de voorbehandelingsinstallatie (MBS) in Geel) en andere door het wegvallen van de afschrijvingen voor de zonnepanelen op de stortplaats in Lier, waardoor, ondanks de inflatie/indexeringen en de toename van de bevolking/gezinnen, de totale geraamde bijdragen tot in 2026 stabiel blijven op het niveau van 2019.

 


 

 

Wetgeving

- artikel 26 van het Materialendecreet dat bepaalt dat elke gemeente er zorg moet voor dragen dat huishoudelijke afvalstoffen zoveel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, opgehaald, of op andere wijze ingezameld en nuttig toegepast of verwijderd;

- Artikel 423 van het Decreet Lokaal Bestuur

- Artikel 420 van het Decreet Lokaal Bestuur

Context en historiek

De gemeente wil in haar afvalbeleid een optimaal evenwicht realiseren tussen de drie doelstellingen van dat beleid:

  • Het behalen van goede milieuresultaten waarbij minimaal de wettelijke doelstellingen behaald worden.
  • Een goede dienstverlening aan de gezinnen: kwaliteitsvol en aangepast aan de – veranderende – noden van de gezinnen.
  • Lage kosten voor de gemeente en sturende, maar sociaal gecorrigeerde tarieven voor haar inwoners; 

De gemeente wil door haar afvalbeleid bijdragen tot het realiseren van de circulaire economie en de klimaatdoelstellingen en duurzame ontwikkelingsdoelstellingen waartoe ze zich heeft geëngageerd;

Hiervoor is een innovatieve en integrale aanpak – dus meer dan inzamelen en verwerken – noodzakelijk die de hele afvalbeheerhiërarchie bestrijkt (preventie, hergebruik, inzamelen, nuttige toepassing en verwijdering), die alle noodzakelijke instrumenten combineert (dienstverlening en communicatie op maat, sturende politiereglementen en belastingreglementen) en die daardoor minder geschikt is om over te laten aan de private markt; 

Gelet op de deelname van de gemeente aan IVAREM voor meerdere taken betreffende afvalbeheer; 

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het Decreet Lokaal Bestuur (besluiten GR - algemeen)
<p>De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het Decreet Lokaal Bestuur.</p>

Besluit

De commissie intergemeentelijke samenwerking beslist:

Artikel 1

De commissie neemt kennis van het ontwerpbesluit voor de gemeenteraad van 17 november 2020:

"De gemeente Berlaar verlengt haar deelname aan de intergemeentelijke vereniging voor duurzaam afvalbeheer (IVAREM) voor een periode van 18 jaar, meer bepaald tot 25 april 2039 en stemt in met de verlenging van de statutaire duur van IVAREM voor dezelfde periode. "