Mobiliteit is een thema waar meerdere gemeentebesturen uit de Zuiderkempen vandaag mee kampen. De oplossing van eigen knelpunten ligt niet steeds in het bereik van elke gemeente afzonderlijk. Sommige oplossingen vanuit een gemeentelijk perspectief creëren nieuwe problemen in andere gemeenten,… Een bovengemeentelijke gezamenlijke en concrete aanpak dringt zich dan ook op.
Engagement provincie Antwerpen
Het provinciebestuur van Antwerpen engageert zich als bovenlokaal bestuur om de bovengemeentelijke mobiliteitsstudie uit te voeren, in overleg met alle betrokken actoren (gemeentelijk en bovenlokaal), kaderend in de provinciale en Vlaamse planningscontext en met respect voor de zienswijze van de betrokken gemeentebesturen, waarbij het subsidiariteitsbeginsel gerespecteerd wordt.
De mobiliteitsstudie omvat het opmaken van een bovenlokale mobiliteitsvisie van de Zuiderkempen. In het verleden werden reeds verschillende studies en onderzoeken uitgevoerd en opgemaakt in het gebied gelegen tussen E313 en N10. Deze studies, die vaak hun oorsprong hebben in mobiliteitsplannen en ruimtelijke structuurplannen, zijn echter niet steeds op elkaar afgestemd. Het is de bedoeling dat deze mobiliteitsvisie streeft naar een uniformiteit en de verschillende studies en de resultaten op elkaar afstemt. Vervolgens dient ze ook te signaleren welke lacunes er nog bestaan en welke problematieken nader onderzocht moeten worden.
De uiteindelijke visie zal een beeld geven van de huidige en de gewenste toekomstige situatie van de verkeers- en vervoerstructuur voor alle mogelijke modi en is als het ware een regionaal mobiliteitsplan waarin onder meer een netwerkvisie over de wegen ontwikkeld is en die het functioneren van de verschillende wegen mee analyseert. Uiteraard houdt de uiteindelijke bovenlokale visie ook rekening met de samenhang die er bestaat tussen de verschillende mazen en deelruimten in de provincie Antwerpen.
Deze gewenste bovenlokale visie wordt vertaald in een actieplan met bijhorende beschrijving van de verdere aanpak om tot uitvoering van de visie te komen.
Engagementen van de partners
De deelnemende partners, en in het bijzonder de betrokken gemeentebesturen, engageren zich om:
Principes voor een duurzaam mobiliteitsbeleid
De bovengemeentelijke mobiliteitsstudie moet leiden tot een uitvoeringsgericht en uitvoerbaar actieprogramma, met projecten die inspelen op de verschillende modi. Bij de studie wordt uitgegaan van co-modaliteit en het STOP-principe.
“Co-modaliteit”
Komen tot meer complementariteit tussen vervoermodi, waarbij de zwaktes van de ene worden aangevuld met de sterktes van de andere. Co-modaliteit, in tegenstelling tot modal shift, laat ook ruimte aan elke vervoermodus om zijn troeven ten volle te kunnen uitspelen, dit in zowel het personen- als goederenvervoer.
STOPPRINCIPE
Hierdoor wordt ondermeer een multimodale aanpak van de mobiliteit gegarandeerd door de verschillende modi in deze volgorde van belang te beoordelen:
De engagementsverklaring in kader van de provinciale bovengemeentelijke mobiliteitsvisie in de Zuiderkempen wordt aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring
Tussen
De heer Jan Hendrickx, schepen voor mobiliteit, wordt aangesteld als vertegenwoordiger in de stuurgroep.
De heer Bert Schepers, mobiliteitsambtenaar, wordt aangesteld als vertegenwoordiger in de ambtelijke werkgroep.