Het Berlaarhof is voor mij een van de mooiste gebouwen in onze dorpskern. Ik was dan ook heel enthousiast wanneer de aankoop van dit prachtige monument werd aangekondigd in de vorige legislatuur. Berlaar heeft op deze manier een unieke kans gegrepen om het aangezicht van de gemeente voorgoed te veranderen. Met een erfpacht van 99 jaar heeft deze meerderheid ervoor gekozen om dit unieke gebouw voor een zeer lange periode uit handen te geven. De beslissing die in deze zaak zal genomen worden is dan ook van toepassing niet alleen op onze generatie en de volgende, maar zelfs diegene die daarna komen en mag dus niet snel afgehandeld worden. Een grondig debat dient hiervan vooraf te gaan. Daarom betreur ik dan ook het feit dat de dag na de gemeenteraad de beslissing van het schepencollege werd meegedeeld terwijl hier niet over gesproken is tijdens de voorgaande gemeenteraad. Was de beslissing die avond dan nog niet gevallen? Ik wil dan ook deze gemeenteraad aanhalen om het debat in gronde aan te vatten.
1) Wat is de totale kost van dit project tot op heden (aankoopsom, notariskosten, andere)?
2) Zullen er daarnaast voorwaarden worden opgenomen dat mensen uit Berlaar en omgeving voorrang krijgen voor de opvang in het Berlaarhof? Welke maatregelen heeft de gemeente hierin 6) getroffen? Indien dergelijke voorrang niet mogelijk is, hoe zullen de voorziene plaatsen in deze voorziening dan ingevuld worden?
3) Er moet opgemerkt worden dat de projecten die door de vzw’s uitgebaat worden telkens nieuwbouwprojecten betreffen. In diverse van deze projecten zouden nog plaatsen beschikbaar zijn. Hoe valt dit te rijmen met de lange wachtlijsten die voor dergelijke opvang gelden? Hanteren de vzw’s bijzondere criteria, waardoor er drempels ontstaan voor zij die de zorg echt nodig hebben?
4) Bij het indienen van het voorstel werd er aan de kandidaten gevraagd om naar twee referentieprojecten te verwijzen. De diverse Villa Vip vzw’s hebben elk een eigen project. Toch lijkt geen enkele van deze vzw’s op dit ogenblik meer dan één referentieproject te hebben, aangezien voor elk project een aparte vzw is opgericht. Hoe is voldaan geworden aan de voorwaarde die door de gemeente gesteld werd om twee referentieprojecten aan te halen?
5) Waarom legt de gemeente als erfpachtgever geen beperkingen op in de erfpachtovereenkomst om het historisch karakter van binnen en van buiten van dit pand te behouden? De erfpachtwet van 1824 voorziet in principe in het ‘volle genot’ voor de erfpachtnemer, zijnde de BVBA, maar dit is slechts van aanvullend recht en er kan dus bij overeenkomst van afgeweken worden. Heeft de gemeente niet de verantwoordelijkheid om dit te doen, gelet op zijn verplichtingen in het licht van het Erfgoeddecreet.
6) Waarom is er in dit geval gekozen om het kanon op één euro in te stellen?