In het eerste jaar van elke bestuursperiode keurt de gemeenteraad nieuwe belastingreglementen goed die gelden voor de komende zes jaar. Ook de aanvullende gemeentebelasting op de personenenbelasting moet vastgesteld worden.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.